H.P.J. Bloemers werd in 1917 burgemeester van de gemeente Rheden en heeft zich buitengewoon verdienstelijk gemaakt voor de volkshuisvesting in de gemeente. Tot zijn benoeming was men in Rheden erin geslaagd de sociale woningbouw buiten de deur te houden, bang dat het imago van de villadorpen zou worden aangetast. In zijn ambtsperiode werden een wijk en een wooncomplex in de Amsterdamse Schoolstijl gebouwd. De eerste in Velp tussen 1922 en 1924, waar in totaal 74 middenstandswoningen werden gebouwd. Het tweede in Rheden, waar 9 dubbele woonhuizen tot stand kwamen.

Amsterdamse schoool woningen Van Pallandtstraat Amsterdamse School woningen Egmondstraat

NV Middenstandswoningbouw voor de Gemeente Rheden
Een aanzet voor het tot stand komen van de woningen is te vinden in een verzoek van de "Bond van Gemeenteambtenaren" aan de Gemeente om het bouwen van "middenstandswoningen" voor gemeenteambtenaren te bevorderen. De gemeenteraad neemt het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders over om het verzoek "voor kennisneming aan te nemen". Dit speelde in 1919. De druk op de gemeente om meer woningen te (laten) bouwen neemt daarna toe en leidt tot inspanningen van het gemeentebestuur.

Teneinde de bouw van "middenstandswoningen" te kunnen realiseren is in 1920 een Naamloze Vennootschap opgericht met de naam: NV Middenstandswoningbouw voor de Gemeente Rheden. Op 17 augustus 1920 worden de Statuten bij Koninklijk Besluit goedgekeurd. Het doel van de vennootschap was om werkzaam te zijn in het belang der huisvesting van middenstanders en meergegoeden, die in de gemeente Rheden gevestigd zijn of zich daar wenschen te vestigen. (GA 1515 ADC 6550). Het eerste bestuur werd gevormd door de heeren: Willem de Koning G.Hz, Hendrik Jan van Ankum, Willem Muis, Evert van Stuijvenberg, Jan Monster, Pieter Jacob Gastelaars en Cornelis de Reus. De leden van den raad van commissarissen waren de heeren: Mr. Frans Florschütz, Joan Sigusmus Wurfbain en Gerrit Jan Horsting.

Het resultaat is geworden de bouw van 74 woningen in Velp, 12 woningen in De Steeg en 6 woningen in Rheden. Na de realisatie van de woningen is de NV in 1926 opgeheven.

Bewaard zijn gebleven de Notulen van de Algemene vergaderingen van Aandeelhouders, alsmede de Notulen van de vergaderingen van het Bestuur, al dan niet samen met de Raad van Commissarissen.

In de oprichtingsvergadering; op 7 mei 1920 in "de Vereeniging" Wilhelminastraat te Velp, wordt eerst vermeld dat er een voorbereidingscommissie gevormd is in 1919; vervolgens wordt aangegeven dat er in het bestuur een contactpersoon met het Gemeentebestuur zal komen te zitten. Dit is de heer W. de Koning G.Hz. die meteen duidelijk maakt dat de Gemeente als voorwaarde gesteld heeft dat de NV gaat werken voor de gehele gemeente. Het eerste idee is in Velp 40 woningen te bouwen, in Dieren 10 en in De Steeg 2 woningen. De aanwezigen vinden de oprichting van een NV een goed idee; 27 aanwezigen nemen een aandeel (voor in totaal f 4200,-). Normaliter zijn de vergaderingen met de aandeelhouders één keer per jaar en de notulen behandelen voornamelijk financiële aspecten.

Het bestuur van de NV kiest op 18 mei 1920 zonder een selectieprocedure te vermelden voor het Architectenbureau Vorkink en Wormser uit Amsterdam voor het project in Velp. Voor de woningen in De Steeg en Dieren werden andere architecten aangewezen. Ook over de keuze van de locatie van het Velpse project is in de verslagen niets terug te vinden. Dat lijkt minder bijzonder dan het is, want de gemeenteraad heeft in 1909 een uitbreidingsplan voor Velp vastgesteld, waarop het onderhavige gebied al aangewezen wordt voor de bouw van "burgerwoningen". Ook een aanzet voor stratenpatroon met Hertogstraat, Egmondstraat, Torckstraat en van Pallandtstraat staat al op dit plan.

Een maand later (17 juni 1920) komt architect Wormser toelichting geven op de ontwerpen. Bij zijn toelichting vermeldt hij dat er al eerder overleg over het wegenplan geweest is met het college van Burgemeester en Wethouders en dat zijn bureau toen opdracht voor uitwerking heeft gekregen. Men vindt het gepast dat de Burgemeester kennis neemt van de uitwerking. Na een telefonisch verzoek komt ca 10 minuten later de Burgemeester in de vergadering. Conclusie: er zijn wijzigingen nodig; daarna kan het geheel ingediend worden bij de gemeente. Op 19 augustus 1920 wordt het wegenplan door het bestuur van de NV accoord bevonden, maar een oordeel van het bebouwingsplan wordt opgeschoven.

Kijkend naar het wegenplan valt op dat de straat die later Torckstraat gaat heten, doorgetrokken is gedacht naar de Bergweg. Deze doortrekking zou nu gelegen hebben op het schoolplein van de school die later in het binnenterrein gebouwd is. Het huidige Egmondplein zou dan een kruisingsvlak geworden zijn van Egmondstraat met Torckstraat.

Weer een maand later wordt er vergaderd samen met de Burgemeester en het Hoofd van de afd. Bouw- en Woningtoezicht die optreedt als adviseur van het College. Besloten wordt het perceel op de kop van de Egmondstraat erbij te betrekken (nu van Pallandtstraat nr 13). Op 28 october 1920 tonen Vorkink en Wormser een ontwerp voor 74 woningen dat in principe wordt aanvaard.

Latere vergaderingen gaan over de andere projecten, over financiële kwesties, over problemen in het contact met de gemeente ( Hr de Koning is dan al afgetreden als voorzitter van het bestuur). Er wordt besproken dat een constructie met "erfpacht" de hypotheek goedkoper maakt, waartoe de gemeente in januari 1921 besluit. Medio 1925 zijn de kwesties zodanig groot dat een buitengewone Aandeel-houdersvergadering wordt belegd. Het lijkt erop dat de problemen het beste kunnen worden opgelost door een overname van de NV door de Gemeente. In maart 1926 is er een voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders hierover, dat aangenomen wordt door de Algemene Vergadering van de NV. In de laatste bestuursvergadering op 28 april 1926 deelt de voorzitter mee dat de Gemeenteraad accoord is met de overname en op 29 april wordt de acte van overdracht getekend.

De Invloed van de Gemeente
Voorafgaand aan de realisatie is er vaak door de Gemeenteraad gesproken over de financiële steun aan de NV vanuit de Gemeente. In een aantal Raadsverslagen is daarover iets te lezen.

In de vergadering van 28 mei 1920 ligt er een voorstel van het College inzake financiële steun door de gemeente aan de NV Middenstandswoningbouw. Het College is er voorstander van om al doende het project werkelijk van de grond te krijgen. Zonder hoofdelijke stemming gaat de Gemeenteraad accoord. Tevens discussieert men over het betrekken van plaatselijke bedrijven bij de bouw. De Burgemeester is van mening dat de gemeente niet moet treden in de interne zaken van de "bouwvereniging".

In de vergadering van 13 juli 1920 meldt het College van Burgemeester en Wethouders dat er contact is opgenomen met Baron van Pallandt. Deze heeft zich bereid verklaard de geschikte gronden tussen de Rosendaalselaan en Bergweg tegen billijke prijs te verkopen. Het College stelt voor dat zij namens de Gemeenteraad de dank van de gemeente zal overbrengen. Zonder beraadslaging volgt de Raad het College en besluit tot aankoop. Oppervlaktes van bouwgrond en wegen en prijzen staan vermeld. Tegelijk wordt voorgesteld dat de Gemeente zich borg stelt voor een hypothecaire lening bij de Rijkspostspaarbank, omdat de NV Middenstandswoningbouw (in de discussie genoemd als "Vereeniging", vermoedelijk omdat andere bouwprojecten vaak door een woningbouwvereniging getrokken werden) moeilijkheden ondervindt bij de financiering. De heer Honig vraagt of er beperkende eisen aan de te bouwen woningen worden gesteld met betrekking tot de grootte en de duurte. ( Deze heer Honig is vermoedelijk de architect/projectontwikkelaar van Villapark Overbeek en andere Velpse projecten.) De Voorzitter geeft aan dat de Minister heeft bepaald dat de middenstandswoningen niet ruimer mogen zijn dan 450 M3. (Men is kennelijk bang voor de draagkracht van de toekomstige bewoners en wat daarmee samenhangt. Wellicht dat daarom later in de koopacte verplicht wordt dat de huurprijs minstens f 400, = per jaar moet bedragen. Ook wordt duidelijk dat de gemeente de locatie voor het bouwplan in Velp heeft gekozen en niet de NV.)

In de Raadsvergadering van 17 december 1920 is aan de orde een brief van de NV waarin deze vraagt om subsidie voor de bouw van zowel de woningen in Velp, als in Dieren en De Steeg. In de vergadering van 1 maart 1921 vraagt de heer Honig naar de voortgang. De Voorzitter zegt dat de gang van zaken bij de NV geen taak voor het College vormt. Hij heeft de architect vorige week ontmoet en te horen gekregen dat er stagnatie is ontstaan. Een deel van het plan ligt op grond die geen eigendom is van de NV. Ook heeft de waterpassing uitgewezen dat het bebouwingsplan gewijzigd moet worden, dat althans de tekeningen voor een deel moeten worden veranderd. Men spreekt van acht weken vertraging. De Heer Honig is verwonderd over de onvoorziene bezwaren van de helling van het terrein en wenst dat de Voorzitter op spoed aandringt.

Later is er een verzoek van de NV voor een tijdelijke lening van f 250.000,= voor alle 92 middenstandswoningen. Aangevuld met randvoorwaarden over terugbetaling ed gaat de Raad in november 1921accoord. Later is de NV vooral een discussiepunt voor de Gemeenteraad waar het gaat om financiële aspecten en de overname van alle woningen.

Architectenbureau en bestek
Het Architectenbureau Vorkink en Wormser (Amsterdam) is een samenwerking van twee architecten P. Vorkink en J.Ph. Wormser die beiden hun loopbaan begonnen zijn op het bureau van de bekende architect Berlage te Amsterdam. In dat bureau is de zgn Amsterdamse School ontwikkeld die zich kenmerkt in het gebruik van veel baksteen, ronde vormen en dakpannen in grote hellingen tot verticaal toe. Het architectenbureau dateert de bouwtekeningen voor het project Velp op juni 1921. De bouwvergunning wordt verleend op 16 september 1921.

Het ontwerp voor de woningen in Velp kent een variatie in indelingen, kappen en goten. Mede veroorzaakt door de helling in het bouwterrein is het merendeel van de huizen gebouwd in blokken van twee of drie woningen.
De uiteindelijke set blauwdrukken voor het project in Velp omvat 11 tekeningen; gedateerd juni 1921.Tekening 1 geeft de situatie weer: stratenplan en bouwblokken, alsmede details: hekjes, zinkputten ed. De tekeningen 2 t/m 11 tonen gevels, plattegronden, balklagen en kapplannen.

Er zijn 5 verschillende bouwblokken aangegeven met enkele varianten bestaande uit 2, 3 of 4 woningen, alsmede twee vrijstaande woningen. Globaal zijn er 3 indelingen: één vierkante, een smallere en een woning met een extra kamer. Het bestek vermeldt de gebruikelijke technische details over type baksteen ed, afmetingen balken, planken ed en aantallen deuren, wasbakken etc.
De inschrijving vindt plaats op 31 augustus 1921 en de aanbesteding een week later. De schriftelijke gunning is gedateerd op 8 september 1921. Fa. H.van Kessel uit Nijmegen gaat de huizen bouwen inclusief de aanleg van riolering, tuinen en paden ad f 514.900,=. Het lood- en zinkwerk gaat naar Fa. van den Boon en Wentholt te Haarlem voor f 17.350,=. Het schilder- en behangwerk tenslotte wordt een opdracht voor een bedrag van f 28.000,= aan Gebrs. B. en G. Baltus te Andijk.

Het is daarmee duidelijk dat met de bouw begonnen is in het najaar van 1921. In het bestek staat namelijk daarover:
.."er onmiddellijk aangevangen moet worden na de gunning, zodat de eerste 21woningen gereed zullen zijn na 7 maanden; en de volgende 28 met 10 maanden en de resterende (25) na 12 maanden". De hoofdaannemer kreeg dus in totaal 29 maanden om het werk uit te voeren. Vanaf najaar 1921 rekenend leidt dit tot het waarschijnlijke Woningen Amsterdamse School met jaartallen van gereed gekomen woningengereedkomen van de laatste woningen in de eerste helft van 1924.Onderzoek via het archief van het kadaster heeft opgeleverd dat in 1922 vijf woningen zijn ingemeten (langs de Egmondstraat-westzijde vanaf de Ringallée), in 1923 29 woningen ( tussen Torckstraat en van Pallandtstraat enerzijds en Enkweg en Egmondstraat anderzijds) en tenslotte in 1924 39 woningen (westzijde Egmondstraat, het blok tussen van Pallandtstraat en Hertogstraat enerzijds en Enkweg en Hertogstraat anderzijds plus Torckstraat noordzijde en het noordoostelijke deel van de Egmondstraat).

Eigendomsverloop
In een gemeenteraadsverslag geeft de Burgemeester aan dat Baron van Pallandt bereid is grond te verkopen voor dit project tegen een redelijke prijs. Bedoeld bouwterrein ligt westelijk van de Enkweg tot aan de bebouwing van de Bergweg en tussen Ringallee en Hertogstraat/van Pallandtweg (nu van Pallandtstraat). Wel zijn er enkele voorwaarden, zoals een huurprijs van minstens f 400,= per woning per jaar; een verbod op "verkoop van sterken drank bij mindere hoeveelheid dan twee liter". Deze voorwaarden gaan vergezeld van een boetebeding te betalen aan de Baron of de latere eigenaren van het kasteel. De verkoop vindt plaats in 1921. De financiële problemen bij de NV leiden er toe dat de gemeente de grond niet door verkoopt aan de NV, maar in erfpacht overdraagt. De NV wordt in maart 1926 opgeheven en daarna wordt de gemeente eigenaar van zowel de grond als de woningen.

Arnhemsche Courant 20-12-1941 MiddenstandswoningenDit duurt tot 1942. Eind december 1941 verschijnt er in de Arnhemsche Courant een advertentie betreffende: Veiling Middenstandswoningen Velp. Deze zal plaatsvinden op 7en 21 januari 1942. Het gaat om publiek te verkopen 74 Middenstandswoningen te Velp (met schuren, garages, erven en tuinen). Alle panden zijn voorzien van gas, waterleiding en electr. De huurprijzen zijn van f 297,- tot f 366,- per jaar. Aanvaarding in genot van huur: 1 maart 1942. Uit kadastrale gegevens blijkt dat drie partijen een deel van de woningen hebben gekocht: Frowein Tabakshandel Co's te Arnhem, leden van de familie Frowein en Houthandel Hupkes uit Dieren.

In het Gelders Archief (Gld A nr 2027) wordt over Frowein Tabakshandel het volgende vermeld. In 1875 werd door burgemeester en wethouders van Arnhem toestemming gegeven tot oprichting van een eest voor het drogen van tabak. Het bedrijf kreeg de naam Frowein en Compagnie. In 1917 kreeg het bedrijf de rechtsvorm van naamloze vennootschap en in 1942 vond omzetting plaats in een commanditaire vennootschap. Frowein en Co. was een familiebedrijf. H.J. Frowein was vanaf 1901 tot zijn overlijden in 1962 in het bedrijf werkzaam, aanvankelijk onder leiding van zijn vader E.A. Frowein en zijn oom F.J. Frowein,. In1917 werd hij naast zijn neef J. Frowein mededirecteur. Na een liquidatieperiode vond de daadwerkelijke sluiting plaats in 1970.

Uit het kadastrale archief blijkt dat een groot gedeelte van de wijk (alles tussen Enkweg en Egmondstraat) gekocht wordt door Frowein Tabakshandel, waarbij vermeld wordt dat de heren H.J. Frowein en F. J. Frowein "beheerende vennooten" zijn. Het westelijke deel: beide zijden van de Egmondstraat, wordt gekocht door leden van de Frowein familie: de heer F.J. Frowein en de dames J.M.A. Frowein en H.J.de Haan Hugenholz, weduwe van J.Frowein. Het oostelijke deel: alle woningen langs de Enkweg inclusief de vier woningen die het begin van de van Pallandtstraat vormen, word gekocht door Houthandel Hupkes te Dieren. Eén bouwblok: van Pallandtstraat 2 en 4; wordt op naam gesteld van mevr H.J. Baukema, weduwe van de heer W. Hupkes.

Firma Hupkes te Dieren bestaat nog. Op de website is te lezen dat Hupkes in1918 is begonnen als bestekhoutzagerij in met name eiken- en beukenhout. Later is Hupkes hardhout gaan zagen en wordt tevens leverancier van duurzame hardhouten. Er wordt ook rondhout gezaagd en hout geschaafd.

Tabakshandel en familie Frowein verkopen hun delen van de wijk in 1948 en 1950. De familie verkoopt de woningen rond de Egmondstraat in 1948 aan NV Rotterdamse Verzekerings Sociëteiten (RVS) te Rotterdam. De firma verkoopt het grote middendeel in 1950 aan twee verzekeringsmaatschappijen, te weten: NV Hollandsche Algemeene Verzekerings Bank (H.A.V. Bank) en NV Nieuwe Hollandsche Algemeene Verzekerings Bank (Nieuwe H.A.V. Bank). Beide maatschappijen zijn later onderdelen van NV Levensverzekering Maatschappij "Utrecht" te Utrecht . Na de periode van eigenaarschap door verzekeringsmaatschappijen worden de woningen verkocht aan particulieren. NV RVS doet dat in 1967. De "Utrechtse" doet het iets later in 1970.

EigenarenHouthandel Hupkes verkoopt de woningen min of meer bloksgewijs in 1948, terwijl de woningen van Pallandtstraat 2 en 4 pas in 1958 worden verkocht. De woningen langs de Enkweg worden in eerste instantie gekocht door kleinere beleggers die dan 2 of 4 woningen tegelijk kopen. Vervolgens worden de woningen per stuk verkocht.
De plattegrond geeft een overzicht van de eigenaren.

 

De straatnamen
Toen in 1921 de gemeente de grond kocht voor het project waren de volgende straten er al: de Enkweg, de Hertogstraat, de Bergweg en de Ringallee rond het toekomstige bouwblok en de van Pallandtweg tussen Enkweg en Bergweg. Bij de gemeente is niet vastgelegd hoe de Hertogstraat aan de naam gekomen is. Het ligt voor de hand dat het een verwijzing is naar de Hertogen van Gelre die lange tijd zeggenschap hadden over "Gelre" en bezaten Kasteel Rosendael. Als stichter van Kasteel Rosendael begin 14e eeuw wordt beschouwd Reinald I. Eén van diens opvolgers, Reinald IV wordt opgevolgd door Arnold van Egmond. Dit Hollandse adellijke geslacht Van Egmond wordt daarmee naamgever voor de Egmondstraat. Tussen de latere eigenaren zijn het de Baronnen Torck, tevens Heren van Rosendael, die weer naamgever worden voor de Torckstraat. Wellicht vanwege de uniformiteit wordt de van Pallandtweg omgedoopt tot van Pallandtstraat.