Heden, anno 2010

De Torckstraat is een rechte straat, die de Egmondstraat met de Enkweg verbindt. Aan één kant van de straat staan de auto’s geparkeerd, omdat er vanaf de Enkweg niet met de auto de straat in gereden mag worden. Alle huizen in de Torckstraat zijn gebouwd in de bouwstijl ‘Amsterdamse School’.

Verleden

Bakfiets van de bakker

De Torckstraat is ontstaan door de bouw van de wijk in de bouwstijl ‘Amsterdamse School’. De huizen zijn in 1920 gebouwd. Het was een echte middenstandswijk waar veel leraren woonden. De foto laat de Torckstraat zien in de dertiger of veertiger jaren. Op de voorgrond met de bakfiets de heer Chris Meeuwissen van bakkerij Meeuwissen. De familie Meeuwissen stelde de foto beschikbaar.
Op de foto is de originele raamindeling nog goed te zien.

De naam van de straat is verbonden met de geschiedenis van kasteel ‘Rosendael’ in Rozendaal. De eerste Torck, Lubbert Adolf Torck erfde in 1721 de heerlijkheid Rosendael. Nadien werd het kasteel bewoond door verschillende generaties van de familie Torck.

Bijzonderheden

Riolering

De Torckstraat kreeg in de vijftiger jaren riolering, hiervoor had ieder huis zijn eigen beerput. Wanneer die vol was kwam de firma (Bob) Schuiling de putten leegmaken. Bij de tussenwoningen werd dan een dikke slang door het huis gelegd om bewoners van hun vuil te verlossen. Vooral in de zomer stonk dit vreselijk.

Mevrouw Groeneveld

Mevrouw C. Groeneveld-Gerritsen (geboren in 1923), woonachtig in de Torckstraat, schreef een verhaal in het boek ‘Zuinigheid met Vlijt beelden en verhalen uit het dagelijks leven rond 1954 in de gemeenten Rheden en Rozendaal’ uitgegeven door de Oudheidkundige Kring Rheden- Rozendaal:
"Een jong gezin
Veel bederfelijke levensmiddelen werden dagelijks gekocht; er was nog geen koelkast, al bood een koele kelder wel enige uitkomst. In de buurt waren toen nog veel kleine middenstanders waar je je dagelijkse boodschappen kon halen. Er werd gekookt op gas dat via een gasmeter in huis kwam. Deze meter liep op dubbeltjes en één keer in de zoveel tijd kwam er iemand van de gemeente langs bij ieder huishouden de dubbeltjes kwam tellen en ophalen.
Een baby
In het zeer prille begin van 1954 bleek ik zwanger te zijn van ons derde kind …. De kraamvisite bracht veelal zelfgemaakte, vaak gebreide kleertjes mee en de fotograaf maakte al snel het klassieke kiekje van de vaak blote boreling op het kleed.
De arbeidsintensieve gezinswas
In die tijd hadden we nog geen wasmachine of centrifuge en moest alles dus met de hand gebeuren. Reckitts BlauwHet tijdrovende en zeer
arbeidsintensieve wasritueel begon met het schoonspoelen van de vuile katoenen luiers (Pampers waren toen nog in geen velden of wegen te bekennen …) …. In het laatste spoelwater werd bij wilgoed vaak een optische witmaker gevoegd in de vorm van een zakje (Reckitts!) blauw. Als de was uiteindelijk gestreken in de kast lag, had in ons gezin met twee volwassenen en drie kleine kinderen de volgende vuile was alweer opgestapeld…."

Monumenten

De hele straat heeft de status gemeentelijk monument. Alle huizen zijn gebouwd in de stijl ‘Amsterdamse School’. Meer hierover is te lezen bij Gemeentelijke Monumenten.

Langst wonende in de straat

Mevrouw Iet Maring, woonachtig in de Torckstraat, is degene die het langste in de straat woont. Naar alle waarschijnlijkheid is ze ook degene, die het langste in de hele wijk Daalhuizen-Oost woont.
In 1935/1936 kwam zij vanuit Drenthe samen met haar vader en moeder naar de Torckstraat. In de Torckstraat werden nog twee zusjes, en een broertje geboren.
Van vader en moeder weet ze dat er toen in de Torckstraat verschillende huizen leeg stonden. Ze konden zeggen naar welke woning hun voorkeur uitging. Omdat vader Maring tuinarchitect was, kozen ze voor het huis met de grootste tuin. De borders zijn in de loop der jaren wel veranderd, maar het oorspronkelijke ontwerp is aan haar vader te danken. Aan de prachtige tuin is duidelijk te zien dat dit één van de hobby's is van Iet Maring. Twee maal per jaar komt een tuinman haar helpen, maar het overige werk doet ze, ondanks haar respectabele leeftijd, nog helemaal zelf. (mevrouw Maring is van 1932) Ook reizen en Spaans zijn haar liefhebberijen.

Iet MaringHet meisje op de foto is Iet Maring. Waarschijnlijk is de foto gemaakt toen ze pas in de Torckstraat woonde, ze was 4 of 5 jaar oud. De foto is genomen opzij van het huis. Het huis is gebouwd in de stijl 'Amsterdamse School'. Opvallend zijn de muurtjes van gemetselde bakstenen, de originele indeling van de ramen en het hekje. Naast het hekje staat een ronde betonnen paal, die erbij hoorde, maar verloren is gegaan.

Eerlijkheidshalve moet wel gezegd worden dat het gezin in december 1944 voor enige tijd naar familie in Friesland is vertrokken.
In de oorlog zaten in de Torckstraat en Egmondstraat verschillende mensen ondergedoken. Loes was een meisje met wie ze veel speelde, zij zat ondergedoken bij familie De Vries. Ook bij de heer en mevrouw Friedericy zat een meisje ondergedoken.

Mevrouw Maring vertelt: 'Aan mijn kinderjaren in de Torckstraat heb ik fijne herinneringen, vooral het spelen met de kinderen uit de buurt. 's Avonds na het eten speelden we altijd verstoppertje. Er stonden toen nog geen auto's in de straat, dus we hadden veel ruimte. We speelden met een hele groep kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd: Loes (onderduikster), drie Tjebbe'ss, twee Sweitser's, twee Ditzel's (van de bekende herenmodezaak aan de Hoofdstraat) en de kinderen Spohr (vader was initiatiefnemer van het bevrijdingsmonument in de Egmondstraat). Ook speelden we wel met de meisjes tweeling Schϋlski (van de kapper aan de Enkweg).'

De heer en mevrouw Boekhoff

In een uitgave van de gemeente, de Rhedenaar uit november 1996, stond het nieuws beschreven dat een complete woonwijk in Velp deel uitmaakte van de eerste groep Velper monumenten, die Burgemeester en Wethouders hebben aangewezen. Het artikel luidt: 'Monument van de maand januari, Een wijk in Velp'. Behalve de algemene informatie over de bouwstijl Amsterdamse School, bevatte het artikel ook een gedeelte, waarin de heer en mevrouw Boekhoff hun mening geven over hun huis: 'De heer en mevrouw BoekhoffWaar vind je een huis met zo'n gezellige indeling en zoveel aparte dingen?', vraagt de heer A. Boekhoff (67) zich af. Zijn vrouw en hij wonen al 37 jaar aan de Torckstraat 2, hoek Enkweg*. De bewoner somt op wat hij allemaal bijzonder vindt aan zijn huis: 'De tussenhal, een onderbroken trap en overloop in Art Décostijl, de aparte douche en badkamer geheel betegeld, koel in de zomer en warm in de winter, een prachtige kelder en een vliering over het hele huis.' De heer Boekhoff vindt het ook een grote woning: 'Onze drie kinderen hadden allemaal een eigen slaapkamer.' Wat hem ook zeer aanspreekt is het karakter van de buurt : 'Het is een enorm gezellige buurt met leuke mensen. En hoewel de Ringallee dichtbij ligt, horen we hier binnen en buiten niets. Je hoort de stilte.' De heer Boekhoff is blij dat zijn huis en de gehele woonbuurt op de monumentenlijst zijn geplaatst. 'Een juist besluit!'
*De heer en mevrouw Boekhoff wonen vanaf 1959 in de Torckstraat, dus anno 2011 alweer 52 jaar en nog steeds met veel plezier. 

Tweede wereldoorlog

In de Torckstraat op nummer 7 hebben Johan Cristiaan (Han) Friedericy en zijn vrouw Johanna (Jo) Friedericy-Spoor gewoond. Hij was leerkracht aan de MULO aan de Enkweg. Vanaf 1942 hebben zij Klärchen Weissmann, een joodse vluchteling, in huis opgenomen. Ze kreeg een kamertje en meneer en mevrouw Friedericy ruimden een kast uit waarin Klärchen zich zou kunnen verstoppen. Dat is gelukkig nooit nodig geweest. Klärchen heeft de oorlog overleefd. De heer en mevrouw Friedericy ontvingen een Yad Vashem onderscheiding.

In 2010 vertelt Selma Mozes het indrukwekkende verhaal over haar familie. De familie Mozes heeft ondergedoken gezeten in de Torckstraat op nummer 22. Na de slag om Arnhem moesten zij die stad verlaten en kwamen ze terecht bij de heer en mevrouw ir. Jan Wick in Velp. Totaal onverwacht werden hier Duitsers ingekwartierd. De familie Mozes lag zeven weken onder de planken in het voorkamertje, terwijl de Duitsers boven hun hoofd heen en weer liepen.

Op Torckstraat nummer 11 woonde het echtpaar De Vries met de volwassen dochters Mies en Truus. Eind 1943 kwam het joodse meisje Branco Cats bij hen wonen. Zogenaamd als 'een nichtje uit Friesland', dat Loes ten Cate werd genoemd. Mies de Vries werd in 1944 opgepakt wegens verzetsdaden op het Distributiekantoor in Velp en Loes ten Cate werd op dezelfde dag bij een huiszoeking in de Torckstraat 'ontmaskerd'. Mies de Vries overleefde concentratiekamp Dachau en Branco Cats overleefde Ravensbrück. Mevrouw Truus den Boer-de Vries (100 jaar in 2010) vertelde nauwgezet haar herinneringen.

Deze drie verhalen zijn beschreven in het boek 'Verborgen in Velp, 1940-1945, Nooit vertelde verhalen over moed, verzet en onderduikers'. Het is samengesteld.door Gety Hengeveld en wordt uitgegeven door Velp voor Oranje. Het is te koop bij boekhandel Jansen & de Feijter.