Wonen en werken in het Arnica-huis (1968-2009).
Dankzij de Stichting Arnica kreeg in 1969 de villa aan de Arnhemsestraatweg 7 de naam Arnica. Men wist toen nog niet dat 'Het Arnica-huis' in Velp zo'n bekend begrip zou worden. Het gezinsvervangende tehuis, aanvankelijk voor jonge lichamelijk gehandicapte kinderen, betekende voor zowel de kinderen als de medewerkers in die tijd een enorme verandering. Vanaf de jaren 80 veranderde de leeftijd van de kinderen en woonden er vooral lichamelijk gehandicapte jongeren in de puberleeftijd. De kinderen en jongeren hadden hier een prachtige tijd.
De villa Arnica in de periode 1969- 2009, kenmerkte zich door de vele veranderingen en verbouwingen. Van oudsher werd de hoofdingang aan de Arnhemsestraatweg gebruikt. Gedurende de Arnica periode werd de ingang aan de Ommerhofselaan als hoofdingang gebruikt.
Het begin, jaren zestig
In de jaren zestig en ervoor waren veel lichamelijk gehandicapte kinderen opgenomen in revalidatiecentra. Soms ontstond dan een moment waarop men zich afvroeg of continuering van zo'n opname of plaatsing wel zinvol was. De medische revalidatie bereikte dan een punt waarvan geen verbetering meer verwacht werd.
Dit was voor ouders de aanleiding naar nieuwe wegen te zoeken. Op 16 maart 1967 werd daarom in Arnhem de Arnica Stichting opgericht. Arnica is de naam van een geneeskrachtige Alpenbloem. In tegenstelling tot wat soms gedacht werd, werd de naam vooral gekozen omdat die zo mooi klinkt.
Veel gehandicapten hadden op medisch gebied dan wel hun plafond bereikt, toch zag men voor deze kinderen nog ontwikkelingsmogelijkheden tot meer zelfstandigheid en ook op sociale vlak zag men mogelijkheden. Mede vanwege het ontbreken van adequate onderwijs mogelijkheden zou een gezinsvervangend tehuis uitkomst kunnen bieden. Dit was de aanleiding tot het kopen van de villa aan de Arnhemsestraatweg nummer 7 in Velp.
De locatie in Velp werd bewust gekozen omdat hier de kinderen direct aan het dorpsleven konden deelnemen. Winkels, bibliotheek, clubhuizen en vooral mensen in de 'gewone' samenleving waren direct bereikbaar.
In eerste instantie was de villa bedoeld voor 21 kinderen uit de buurt van Arnhem. De voorkeur ging uit naar jonge kinderen met de leeftijdsgrens van 18 jaar. Voorwaarde was dat de kinderen ontwikkelingsmogelijkheden hadden ten aanzien van grotere zelfredzaamheid en grotere socialiteit. Ouders werden nauw betrokken bij het ontwikkelingsprogramma van de kinderen en er werd van uit gegaan dat de kinderen regelmatig naar huis zouden gaan in weekenden en vakanties.
Arnhemsestraatweg 7
Na de laatste gebruiker van de villa, het Gelders Kunstcentrum Epok, werd de villa geheel voor dit speciale doel verbouwd en aangepast. Op de benedenverdieping bevonden zich de ruimten voor de dagopvang en de huishoudelijke voorzieningen. De eerste verdieping was de slaapverdieping voor de kinderen en de bovenste verdieping was ingericht voor de huisvesting van het interne personeel. De opgenomen kinderen werden verdeeld in drie ontwikkelingsgroepen van elk ongeveer zeven kinderen. De dagopvang werd geleid door een activiteitenbegeleidster. Hierbij waren een aantal assistent-leidsters aanwezig, die vooral met de verzorging van de kinderen waren belast. Bij het huis waren ook een kinderarts en een orthopedagoog betrokken. Zij maakten samen met de directrice deel uit van het toelatingsteam. Vanuit medisch oogpunt kon men terugvallen op deskundigheid van het Velper-ziekenhuis. Natuurlijk behoorde het gebruik maken van para medische voorzieningen, als logopedie en fysiotherapie ook tot de mogelijkheden.
Zoals bekend werd het Arnica-huis genoemd naar de gelijknamige Stichting. Vlak na de eerste verbouwing van de villa werd overwogen om een perk Arnica's aan te leggen in de voortuin van de witte villa.
Vanaf 1 februari 1969 konden de eerste kinderen worden opgenomen. Een jongen van 9 jaar en twee meisjes van 12 jaar waren de eerste bewoners. De kranten vermeldden: 'ARNICA-STICHTING TE VELP VORMT NIEUWE SCHAKEL IN VOORZIENINGEN VOOR GEHANDICAPTEN' en 'ARNICA-HUIS TE VELP GAAT WERKEN AAN EEN STUKJE GELUK'.-Het tehuis voorziet in een leemte tussen de school en de verzorgende inrichting. Op dit specifieke gebied is het 't eerste huis in Nederland. Voor de financiële kant van de zaak kreeg de stichting vooral steun van de gemeente Rheden, het comité kinderzegels en de Dr. Winthrop M. Phelpstichting. Tot de directie van het Velpse tehuis is benoemd mej. A. van Mossevelde.-
ARNICA-HUIS IN GEBRUIK, GEHANDICAPTE KINDEREN UIT OMGEVING NAAR VELP.
NIEUWE SCHAKEL IN VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN: ARNICA-STICHTING START NIEUW TEHUIS TE VELP.
Niet alleen de kranten ook de vakbladen besteedden aandacht aan de komst van de kinderen in het Arnica-huis. Ook het Tijdschrift voor Revalidatie (16e jaargang 1970), het orgaan van de Nederlandse Centrale Vereniging ter bevordering van de Revalidatie, wijdde een heel artikel aan het 'Arnica-huis in Velp'. (blz. 139 en 140)
Advertenties
In 1968 verschenen de eerste personeelsadvertenties in de kranten. De Arnica-Stichting zocht medewerkers voor functie van Directrice, Adjunct-directrice, Groepsleidsters en Assistent-groepleidster.
![]() |
![]() |
![]() |
Vooral in de zeventiger jaren werden er veel medewerkers gezocht. In verband met uitbreiding van de werkzaamheden werden er advertenties geplaatst voor de functie van Ziekenverzorgster met ervaring in de kinderrevalidatie. Ook is er een advertentie voor handige meisjes (intern) om mee te helpen met de verzorging van onze gehandicapte kinderen. Gevraagd werd naar I.N.A.S. of diploma kinderverzorging. Ook verschenen er advertenties met de vraag naar een ervaren Kookster, werktijden van 8.30 tot 12.30 uur, waarbij vermeld werd: wij denken evt. aan een gehuwde vrouw die deze halve dagtaak op zich wil nemen. Ook advertenties met de vraag naar een Hoofd van de huishouding, diploma's gewenst niet vereist, wel geschiktheid en deskundigheid. En in 1970 is er opnieuw een vacature voor Directrice. In de advertentie staat: 'De Arnica Stichting te Velp zoekt i.v.m. het huwelijk van de huidige functionaresse contact met belangstellenden voor de functie van Directrice.'
En Arnhemsestraatweg 5
De villa naast het Arnica-huis stond al een tijd leeg. De activiteitenleidsters wilden graag meer ruimte. Het Arnica-huis was inmiddels te klein voor drie activiteitengroepen. Het is hen gelukt het bestuur te overtuigen ook Arnhemsestraatweg 5 te kopen (1971). In de paasvakantie gingen de leidsters, Henny van de Hazel en Mayk Warlam zelf aan de slag om de benedenverdieping op te knappen. Natuurlijk met toestemming van het bestuur en de toenmalige tijdelijke directrice van het huis, mevrouw Ali Sweers. Toen de klus was geklaard wilden de leidsters een officiële opening, maar ze konden geen 'official' vinden. Als noodoplossing vroegen ze Ali Sweers. Zij verschafte zichzelf de status door een mantelpakje te regelen met bijpassende hoed en zich wat 'op te tutten'. Op het juiste moment kwam ze van achter de struiken te voorschijn om haar openingstaak te volbrengen. Na een korte toespraak sloeg ze een wijnfles stuk tegen de muur en doopte het pand 'De Klimop'. Het was een fles hele oude wijn uit de kelder van nummer 5, die in het pand was achtergebleven.
Eind 1971 vermeldt een krantenartikel dat er op de Arnhemsestraatweg 5 de laatste hand werd gelegd aan de verbouwing van de dependance van het Arnica-huis. Beneden waren twee lokaaltjes voor het 'levens'-onderwijs ingericht. De bovenverdieping werd ingericht als woning van de adjunct-directrice, mevrouw Rikie Bos en haar echtgenoot Ties.
Ter gelegenheid van het eerste lustrum van de Stichting Arnica in 1972 wapperde donderdag 16 maart de vlag buiten en vierden de kinderen en medewerkers een groot feest. Voor de kinderen betekende dit 's morgens een waterfeest in het zwembad en 's middags een fijne voorstelling van het marionettentheater in de vrolijk aangeklede eetzaal. De 10 vaste medewerkers en enkele part-time medewerkers hielden het feestje nog even tegoed. Ter gelegenheid van het eerste lustrum bood het bestuur van de Stichting het Arnica-huis een nieuwe radio-pick-up installatie aan.Enkele maanden later werd op 11 juni 1972 het eenjarig bestaan van de 'Klim-op' gevierd. Omdat het mooi weer was, zaten alle jongeren lekker buiten in de tuin van de Klim-op. Hoe ze aan de naam Klim-op gekomen zijn laat zich niet moeilijk raden ........
Al in 1973 bleek dat zelfs de ruimten van de twee villa's samen onvoldoende was. Villa nummer 5 werd verbouwd en er werd een nieuw gedeelte aangebouwd. De Arnhemse Courant (18-5-1973) vermeldt: ARNICA STICHTING GAAT VERBOUWEN. –Het bestuur van de Arnica-stichting in Rheden heeft het Rhedens gemeentebestuur verzocht om een garantie te verstrekken voor een door de stichting te sluiten geldlening van 250.000 gulden. Het geld heeft de stichting nodig voor de verbouwing en gedeeltelijke nieuwbouw van 't indertijd aangekochte pand Arnhemsestraatweg 5. De benedenverdieping van dit pand is tot dusver ingericht voor groepswerk. De bovenverdieping wordt gebruikt voor de huisvesting van de adjunct-directrice. Het groepswerk kan echter niet geheel tot zijn recht komen, omdat de ruimten te klein zijn. Bovendien zijn de sanitaire voorzieningen niet geschikt en onvoldoende en het gebouw is ook niet berekend op het verkeer met rolstoelen. Het verbouwingsplan voorziet nu in het maken van drie lesruimten, een stafkamer, een therapieruimte en nieuwe toiletten. Door dit plan wordt ook een harmonische aansluiting met het oorspronkelijke Arnica-huis verkregen.-
De 'Velper' Courant kopte in 1975: 'OPVANG DUBBEL GEHANDICAPTE UNIEK IN DEN LANDE, kinderen in het Arnica-huis niet opleiden tot leerprestaties, maar tot sociaal gedrag'.
Doelstelling en methodiek Arnicahuis
Pas in (maart) 1974 trad het Arnica-huis naar buiten met het boekje 'Doelstelling en methodiek Arnicahuis', geschreven door Ali Sweers. Het idee 'erbij horen en meedoen' was al wel aanwezig. Hoe het een en ander uitgewerkt moest worden zou afhangen van de kinderen. In het boekje wordt de doelstelling als volgt omschreven:
De kinderen brengen tot een zo groot mogelijke zelfstandigheid en socialiteit, zodat ze in een gemeenschap mee kunnen doen. Dit werd getracht te bereiken door:
a. een leerprogramma van levenskennis en levensvaardigheden
b. een fysiotherapeutisch en logopedisch oefenprogramma
c. het creëren van een leefklimaat, waarbij a en b worden geïntegreerd
Bij het hoofdstuk over de werkwijze wordt gemeld: Bij het leerprogramma is er in eerste instantie steeds sprake van ervaren. Er wordt gebruik gemaakt van de 'commentaar bij ervaring' methode'.
Bij een bezoek aan het Arnica-huis kan men aantreffen:
-kinderen in de keuken (koffiezetten, koken)
-een lege klas, kinderen zijn naar het dorp (zwemmen of paardrijden)
-kinderen bezig in de tuin
-een kind en logopediste bezig met spraakles
-kinderen in een 'klassegesprek'
-kinderen aan het oefenen met een fysiotherapeut
-kinderen aan het lezen (gesproken boeken of één kind leest voor)
-kinderen aan eenvoudige routinearbeid. Enzovoort.
In het boekje komen ook onderwerpen als werkbespreking, toelatingscriteria, organisatie enz. aan de orde.
Onderwijs voor kinderen met meervoudige handicap
In de jaren 70 volgde op het mytylonderwijs voor kinderen met een lichamelijke handicap, ook het tyltylonderwijs voor kinderen met een meervoudige handicap. Daarmee kon voor deze groep kinderen de leerplicht, die voor alle kinderen gold en geldt, ook worden ingevuld. Aan de bestaande mytylscholen, ontstonden tyltylafdelingen en om die reden werd het aantal aanmeldingen bij Arnica minder, omdat de kinderen (gelukkig) vanuit thuis naar een school in hun eigen omgeving konden. Jonge kinderen hoefden niet meer uit huis geplaatst te worden om in Velp in een instelling te gaan wonen en overdag naar de Klimopschool te gaan.
In de tachtiger jaren was er voor mytyl-leerlingen een logisch en mogelijk vervolg, een (aangepaste) middelbare schoolopleiding. Deze waren er nog niet zoveel in den lande, maar in Gelderland was er b.v. wel Werkenrode in Groesbeek en de Revalidatie Scholengemeenschap in Arnhem (o.a. Havo, Mavo) in combinatie met de Hendrik Willem Landstichting (HWL) voor de jongeren die vanwege het volgen van dit onderwijs niet meer thuis konden blijven wonen.
Rond 1980 nam de R.S.A. het initiatief om een afdeling op te zetten voor vervolg-tyltylonderwijs, door het starten van een middelbare school voor meervoudig gehandicapte jongeren. Voor deze jongeren, afkomstig uit het hele land, werd gezocht naar een adequate huisvesting. Het Arnica-huis had de expertise van de begeleiding van deze doelgroep. Bovendien was er leegstand. En is er, analoog aan het R.S.A.-H.W.L. model, gekozen voor de samenwerking waarbij de R.S.A. het (praktijk)onderwijs gaat verzorgen en Arnica de huisvesting voor de jongeren. Orthopedagoog Tom Zewald, verbonden aan Arnica, heeft dit veranderingsproces en samenwerking met de R.S.A. mede gestalte gegeven.
Ontstaan van Siza, fusies
In 1973 werd Bert Rijks, na het overlijden van Zuster Beuker, zowel directeur van het Hendrik Willem Landhuis als het Arnica-huis. Ze hadden dus een gezamenlijke directie. Het H.W.L. was oorspronkelijk een logeer- en vakantiehuis voor lichamelijk gehandicapte kinderen.
Er waren ook plannen voor het gezamenlijk voeren van administratie en personeelsbeleid en het aantrekken van maatschappelijk werkers en andere functionarissen, zoals bijvoorbeeld een orthopedagoog. Door dit samenwerkingsverband ontstond het idee om meer samenwerkingsverbanden aan te gaan met als doel de meervoudig lichamelijk gehandicapte kinderen een zo optimaal mogelijke plaats te kunnen bieden. Door de diversiteit van de verschillende handicaps en de diversiteit van de verschillende soorten opvang kon aan de hulpvraag van de verschillende jong volwassenen beter worden voldaan. Bert Rijks bedacht de naam S.I.Z.A. (Samenwerkende Instellingen Zorg Arnhem). Maar de naam Arnica-huis is altijd blijven bestaan. Na de eersten verbanden volgden er steeds meer samenwerkingsverbanden en ook fusies. Het gebouw van de Hendrik Willem Landhuis Stichting in Schaarsbergen werd het kantoor van Siza. In heel Gelderland kwamen afdelingen van Siza.
Renovatie
Gezien het afbouwen van de Klim-op school en de verandering van de doelgroep, het niveau en de leeftijd van de populatie Arnica-bewoners ging omhoog, stonden er in 1982 weer grote veranderingen op stapel . De Klim-op school werd gesloten en er vond wederom een grote renovatie plaats. De kinderen gingen tijdelijk naar de Johanna Stichting. Na 2 jaren van verbouw aan de twee panden konden de bewoners en medewerkers weer terug naar hun huis. Alle jongeren kregen een eigen kamer en ze werden ingedeeld in drie leefgroepen:
De Saffier aan de achterkant van het hoofdgebouw, De Salamander aan de voorkant van het hoofdgebouw en de Klimopgroep in de naastgelegen villa op nr. 5. Deze jongeren gingen overdag naar de R.S.A., de school voor Voortgezet Buitengewoon Onderwijs.
Op woensdag 30 mei 1984 werd de heropening en het 15 jarig jubileum van Villa Arnica gevierd. Wethouder De Beurs en één van de Arnica-bewoners verrichtten de officiële opening. De happening werd door een jongere zeer treffend verwoord: 'Hapje, drankje, 'oh, wat mooi', borreltje, 'ziet er goed uit', u weet wel hoe dat gaat.'
De Peppel
![]() |
![]() |
Halverwege de tachtiger jaren nam een groepje ouders het initiatief om een hobbyruimte te laten bouwen in de tuin. Het duurde 'even', maar op 17 juni 1988 werd 'De Peppel' officieel geopend.
Het Klimop-Brughuis-Peppelplan (1989-1994) betekende wederom een interne verhuizing om meer jongeren te kunnen opnemen en om iets te doen aan de lange wachtlijsten. Bovendien konden steeds meer schoolverlaters niet weg van Arnica omdat elders geen plaats voor hen was om te wonen. De nieuwe jongeren kwamen te wonen in de groepen De Saffier en De Salamander. De groep Klim-op werd bestemd voor een groep jongeren die zich voorbereidden op het zelfstandiger wonen, zoals bijvoorbeeld Het Brughuis. De Peppel, oorspronkelijk dus een hobbyruimte werd vanaf die tijd overdag gebruikt voor jongeren die nog geen dagbesteding hadden. Dit werd gekoppeld aan Activiteitencentrum De Wambeek in Velp.
Op 27 mei 1994 was er een feestelijke receptie in verband met het 25 jarig bestaan van Arnica 1969 – 1994. Later in het jaar werd er voor het voltallige personeel nog een uitstapje georganiseerd.
Jongeren
In de loop der jaren genoten vele jongeren van de huiselijke sfeer in het Arnica-huis. De foto's in de albums van het huis laten jongeren zien in hun dagelijkse activiteiten, zoals eten, naar bed gaan, in bad gaan enzovoort, maar vooral de hoogtepunten in hun leven, zoals verjaardag, Sinterklaas, Kerstfeest, Carnaval en Ouderdagen. Ook de bijzonderheden komen uitgebreid aan bod, zoals het afscheid van bijvoorbeeld Ties Bos, uitstapjes (naar de Rhedense Schaapskudde, boottochtjes), en de jaarlijkse vakantiekampen.
Toch bestond het leven van de jongeren niet alleen uit verbouwingen en feesten. Een fotoboek uit 1984 laat 'Een dag uit het leven van een Arnica bewoner' zien:
06.30 uur 'wakker worden Peter', -'wat nu al' 'opstaan dan maar'
07.15 uur uit de lift komen 'nu ben ik goed wakker' ontbijten en wat babbelen
07.45 uur broodtrommel klaarmaken, lekker met bruine suiker
07.50 uur naar de weg rijden –ik geloof dat ik vroeg ben- wachten op de taxi, ik zie elke morgen dezelfde mensen langskomen
08.00 uur de taxi gaat rijden, ik ga als eerste de bus in
08.20 uur bij school de taxi weer uit, er is ook al een andere taxi
08.35 uur de eerste les is begonnen, algemene techniek 'een radio inbouwen'
09.30 uur een half uur fysiotherapie
10.30 uur algemene techniek, het kippenhok van de klas schoonmaken11.20 uur muziek, de laatste les van de morgen
13.00 uur met de hele klas de kookles bespreken, cake maken in het kooklokaal boter afwegen, hoeveel meel moet erin? En nu goed mixen
15.35 uur de school is uit, weer in de taxi en naar Arnica
16.00 uur weer bij Arnica 'lekker vrij' eenmaal binnen, eerst even naar het toilet gezellig met z'n allen kopje thee of koffie drinken en even wat rondrijden in de grote hal en hier en daar een praatje maken kijkje nemen in een andere groep, nu maar weer naar mijn eigen groep
17.30 uur 'ik heb best trek', zit iedereen aan tafel, dan kunnen we eten het smaakt prima, ondertussen wat bijpraten
18.30 uur nog even afwassen
19.00 uur alleen op mijn kamer en wat t.v. kijken, bij mijn buurman een praatje maken en naar muziek luisteren
20.45 uur tijd om in bad te gaan, lekker schoon nu mijn gebit nog
21.30 uur nog even wat babbelen met iemand van de leiding 'slaap lekker Peter'
Oud bewoner Ruud de Raat
Ruud de Raat, geboren in 1970 verhuist vanuit zijn ouderlijk huis op 10 jarige leeftijd naar het Arnica-huis. In de groep 'Konijnenhol' is een plaats voor hem. Hij herinnert zich de Arnica tijd als ontzettend fijn en gezellig. Samen met groepsgenoten John en Paul heeft hij veel lol. Overdag gaat Ruud naar de Klim-op school voor praktijkonderwijs. In die tijd leert hij ook de leerkrachten Marije en Geert kennen en Mia de logopediste. Ook met groepsgenoten Jan Hein en Joop krijgt hij een vriendschappelijke band.Eigenlijk is Ruud altijd met muziek bezig. Hij is dol op de muziek van Bruce Springsteen, Elvis Presley. Ook de film van Nieuw Kids Turbo behoort tot zijn favorieten.
Vanaf het sluiten van de Klim-op school woont hij in de groep met de naam Safier. Later gaat hij naar de groep Klim-op. Hier bereiden de jongeren zich voor op een leven na Arnica.
In januari 2013 hebben Judith en Anita een gesprek over zijn 'Arnica' periode:
Ruud stond bekend vanwege het feit dat hij zijn muziek altijd zo 'zachtjes' aan hadstaan. Ruud vertelt: 'Op een keer, ik sliep boven, kwam ineens de toenmalige inwonende directeur Bert binnen of ik die muziek zachter wilde zetten. Ik schrok me rot.'In het begin van de jaren '80 is 'Doe Maar' helemaal in. Medebewoner Jason draait in die tijd veel Doe Maar.
Ruud weer aan het woord: 'Ik weet ook nog van een kamp in België, ik was toen jarig en mocht een biertje hebben! Ook leuk waren de weekenden met Mies Bouman in de hoofdrol op televisie. Dan keken we met zijn allen en kregen we chips en een sneeuwwitje. De carnavalsavonden in De Gildebroeders waren ook leuk. Ook heb ik leuke herinneringen aan de familie- en sportdagen. En de Vossenjacht in het dorp. De discoavonden met John waren ook top. Dit deed hij gratis voor ons. Annet was gek op die vent.'
Judith vult aan: 'Weet je nog dat we helemaal naar Rotterdam gingen voor Jerri Lewis en dat hij toen niet op kwam dagen? Wat een teleurstelling!'
Tijdens ons gesprek schiet Ruud regelmatig in de lach. Er komen ook herinneringen boven die hij niet wil toevertrouwen aan het papier. Met heftige armbewegingen maakt hij duidelijk, dat ik wat hem dan te binnen schiet, niet op mag schrijven. Ja, Ruud sommige herinneringen kun je beter voor jezelf bewaren .....Als wij vertellen dat zijn verhaal, behalve op een site, misschien ook in een boek verschijnt begint Ruud druk te gebaren. Wat blijkt? Hij heeft vroeger ook een boekje geschreven: 'De avonturen van Joep en Kim'. De verhaaltjes zijn bedacht door: Paul, Rudi en Ivo en de tekeningen door Frank, Paul John-Eddy, Ivo en Rudi. Het is gemaakt voor de Kinderboekenweek in 1980. Voorin staat geschreven: 'Na uren typen, denken en kletsen, eindelijk een eigen boek gemaakt.'
Gedurende de Arnica periode ging Ruud één keer in de veertien dagen naar zijn moeder en haar vriend in Rotterdam. In 1991 verhuisde hij samen met zijn medebewoner en beste vriend Reginald naar het Barentszhuis. Onder elkaar maakten ze elkaar uit voor alles wat mooi en lelijk was en hadden dan de grootste lol. Helaas is zijn vriend overleden.
Tegenwoordig heeft Ruud van zijn hobby zijn beroep gemaakt. Hij speelt in een band in Het Dorp onder leiding van muziekleraar Kees. Hij gaat hier drie dagen in de week naar toe.(2012)
De bewoners Klaas en Ariën-Jan
Ook de tweeling Klaas en Ariën-Jan hebben in het Arnica-huis gewoond. Ze kwamen in 1974, toen ze 12 jaar oud waren en verhuisden vier jaar later naar een gezinsvervangend tehuis.
Ze werden geboren in Putten in een gezin met 7 kinderen. Bij de geboorte hadden beiden jongens zuurstoftekort opgelopen. Beiden hadden een verstandelijke en lichamelijke beperking.
Ariën-Jan is overleden toen Klaas 28 jaar was. Klaas is in 2012 terug geweest naar het leegstaande Arnica-huis. Hij bewaart goede herinneringen aan de Arnica periode. Samen met zijn broer woonde hij in de aangepaste tuinkamer. Hij realiseerde zich hoe primitief zijn woonkamer was met alleen maar een wasbakje in de hoek en een douche die je met anderen moest delen. Ook herkent hij de oude garage.
Deze informatie komt uit het boek "Klaas, vijftig jaar zorg en ondersteuning voor mensen met een verstandelijke beperking". Het is geschreven door Johan Smit. Het boek is te downloaden:
http://www.canonsociaalwerk.eu/nl_han/details.php?cps=15&canon_id=276
Citaat uit het boek:
"Ze krijgen een kamer aan de achterkant van het huis op de begane vloer. Er is geen lift in het gebouw zodat jongens met ook een fysieke beperking als Klaas en Ariën-Jan alleen voor de beneden etage in aanmerking komen. Ze kijken uit op de achtertuin en Klaas kan net vanuit hun kamer de oude garage van de werkvilla zien waar hij allerlei klusjes doet voor de fietsenmaker die daar oude fietsen opknapt en tegelijkertijd zorgt voor een vorm van werkvoorziening voor de bewoners."
Medewerkers
Ali Sweers werd gevraagd om als orthopedagoog in het Arnica-huis te komen werken. De eerste werkdag was op 29 januari 1969, zij was toen 30 jaar. Heer Klazes, hoofd aan de Bio-Mytylschool Arnhem waar Ali als remedial teacher werkzaam was, heeft hierin een bemiddelende rol gespeeld.
Ali Sweers vertelt:
"De medewerkers van het eerste uur, Henny van de Hazel en An van Mosselvelde, zaten op kinderen te wachten. Dat was eigenlijk een verrassing voor mij. De kinderen moesten nog 'gezocht' worden. Het was de taak van dr. De Raadt, kinderarts in Velp, juffrouw Mossevelde, de eerste directrice en ik om de kinderen te selecteren. We vormden een soort drie'vrouw'schap. Dr. de Raadt kon uiteraard niet mee vanwege haar drukke praktijk. Dus gingen juffrouw van Mossevelde en ik op zoek. Als een kind liet blijken graag 'mee te willen doen' werd het uitgenodigd voor een kennismaking in het Arnica-huis. Echt testen kon je de kinderen niet.
In het begin was het alles behalve een gespreid bedje. Er moest nog van alles geregeld worden. Het was vaak improviseren. Bijvoorbeeld als de nood hoog was vervoerde ik de kinderen in mijn eend.
Toen ik de eerste keer kwam kennis maken, zat er een grote middentrap in de villa met een traplift. De activiteitenruimte was leeg. Dat wil zeggen, ik ontwaarde één grote lege zaal. ( de vroegere woonruimte?) Ik schrok; hier konden de kinderen niet "knooien". Dat Groningse woord schoot uit mijn mond. Er was bijvoorbeeld nog geen keuken.
De ruime slaapkamers voor de kinderen waren op de eerste verdieping. Op de boven verdieping was er een mooi appartement voor de directrice en enkele kamers voor het interne personeel. Er waren nog veel originele kenmerken van de villa aanwezig. (De villa leek absoluut niet op het Arnicahuis na de vele verbouwingen) Er waren beneden maar 2 w.c. 's voor 20 kinderen. Daar werd toen snel een w.c. bijgebouwd.
Achter het huis hadden we een schooltuintje, waar mijn man nog aan meegeholpen heeft. Ik herinner me nog goed de verbazing over het strooien van houtkrullen(= mulchen ) in plaats van mest. Er werden pompoenen en andere groenten verbouwd.
Ook stond ik bekend om mijn dieet van 'konijnenvoer'. Ik at veel rauwkost. Hier ben ik vaak mee 'geplaagd'. Toen ik 50 werd kreeg ik een Sara van groente.
In de 70ger jaren rees de vraag naar de toekomst voor deze groep meervoudig gehandicapten. Ik werd gevraagd mee te praten in de landelijke commissie VOLG, Vereniging van Ouderorganisaties verbonden aan scholen en centra voor Lichamelijk Gehandicapten. Zij bogen zich over de vraag: Wat moet er met deze kinderen gebeuren in de toekomst, als ze ouder worden? Ik was achteraf blij met deze uitnodiging, omdat ik eigenlijk de enige was van de 'werkvloer'.
De doelstelling van het Arnica-huis was: Erbij horen en meedoen. Leren via de 'Commentaar bij ervaring methode'. Om mee te kunnen doen, mee te kunnen praten, is het nodig te weten wat iets is. Daarom werden er veel excursies georganiseerd: naar het politiebureau, naar de visvereniging, (vijver Biljoen heeft hier de steiger aan te danken), de bibliotheek, koffie drinken bij de Gildebroeders, naar kwekerij Overhage en de winkels. De kinderen leerden zelf iets te kopen en te betalen. Dankzij de enthousiaste en creatieve medewerkers werd 'het Arnica ide'e gerealiseerd.
Tegen het eind van mijn loopbaan speelde de vraag om een nieuwe doelgroep. Er waren onvoldoende aanmeldingen . Arnica kinderen gingen naar Tytlscholen. Ik vond dat jammer . Het tytyl-onderwijs was in het algemeen veel te schools."
Ali Sweers werd in 1980 opgevolgd door orthopedagoog Tom Zewald. Hij werkte eerst als stagiaire bij het Arnica-huis. (september 1979- juli 1980). Ze vond het fijn om haar taak zo goed over te kunnen dragen.
(Op 02-02-2013 heeft ze de respectabele leeftijd van 84 jaar bereikt).
Een groepsleidster werkzaam van '79 tot '99 in huize Arnica vertelt:
'Voor veel kinderen, die gewend waren dat er voor hen gezorgd werd, ging er een wereld voor hen open toen ze in het Arnica-huis kwamen wonen. Ze werden uitgedaagd tot het zelf doen. Ouders vonden dat niet altijd even makkelijk, maar zagen wel in dat de kinderen er heel veel van leerden.
Ik weet nog dat ik een keer een sloopauto op het terrein heb laten zetten. De kinderen mochten ermee doen wat ze wilden. Toen het nergens meer naar leek heb ik wat overgebleven was weer laten ophalen. De kinderen vonden het geweldig.
Ook heb ik leuke herinneringen aan de vakantie met jongeren waarmee we door het land gingen liften. En aan de jongeren die zelf op tienertoer gingen met de trein.
Als er vroeger weleens drie jongeren in het weekend niet naar huis gingen namen we ze gewoon mee naar huis. Met een beetje improviseren lukte heel veel.
Vergeet vooral niet te vermelden dat het één grote familie was, iedereen was heel belangrijk. De kracht van Arnica was saamhorigheid, warmte en gezelligheid. Ook de mensen van de huishoudelijke dienst, b.v. de kok, waren heel belangrijk voor de kinderen. En niet te vergeten Deli, de wasvrouw, zij was een begrip. Als ze uit school kwamen en ze even hun verhaal kwijt moesten gingen ze vaak eerder naar hen, dan naar de groepsleiding.
Het hoogtepunt van het jaar was het gezamenlijke kerstdiner, wat we hielden in de centrale gang. Er werd een speciale Kerstcommissie in het leven geroepen die elk jaar weer samen met de kok of kokkin de lekkerste diners samenstelde, daarnaast werd er altijd door een clubje jongeren en begeleiders iets voorgedragen of gezongen en hield Ties Bosch,(het hoofd) een terugblik op het jaar over de vele bijzondere gebeurtenissen.'
Een begeleidster werkzaam vanaf 1982 vertelt: 'Toen ik in dienst kwam stond er een grote verbouwing op stapel. ......'
Tijdens een korte ontmoeting noemt ze in vogelvlucht: De hartstikke leuke kampen, zoals de huifkarrenkampen, de zeilkampen en het liften van een groepje kampgangers (met rolstoel). De R.S.A. school en de huiskrant die jarenlang bestaan heeft en door de jongeren zelf gemaakt werd. 'Deze moet je echt noemen, hoor!', benadrukt ze.
Over de liftende kampgangers vermeldt de krant in 1985: LIFTVAKANTIE OPMERKELIJK INITIATIEF VAN HET ARNICA-HUIS, liftvakantie werd een boeiend en bijzonder geslaagd avontuur.
Een groepje jongeren, waarvan 2 met rolstoel, is liftend door het land getrokken.
De heldergele Arnica bloem blijft door de jaren heen hèt symbool van het Arnica-huis. Tijdens de laatste reünie in 2012 kregen de organisatoren van de reünie een tube Arnica zalf. Arnica dat ook wel valkruid wordt genoemd staat bekend om de heilzame werking bij kneuzingen en blauwe plekken.
Bijzondere activiteiten
In een extra bulletin van de Arnica-krant van 5 november 1971 werd de vraag geopperd of er een kleuren T.V. zal komen? Het maandblad Marion (zelf maak mode) stelde een kleuren T.V. beschikbaar aan 1 van de 5 genomineerde kleinschalige gezinsvervangende tehuizen, waaronder het Arnica huis.
Vrijdag 3 december '72 werd bekend gemaakt dat de Arnica Stichting de T.V. kreeg toegekend. Dit leidde tot grote vreugde onder de jongeren.
De jongeren schreven elke maand zelf hun belevenissen op in 'De Arnica krant'. De krantjes zijn in ieder geval gemaakt vanaf begin 1971 tot in '90 er jaren.
De eerste originele uitgave van het tweede jaargang is bewaard gebleven. Dit was een in de lengte gevouwen boekje van acht blaadjes. Het staat vol met leuke stukjes tekst en nuttige informatie zoals: Marcel stelt zich even voor (nieuwe bewoner), over de Kerstvakantie, De vogels in de winter, Verslagje over bezoek aan de leeszaal, En wie in februari geboren is ...... De vakantieregeling voor 1972 en Het recept van een klimopslaatje.
En ook: 'Beste mensen, Ik kom me even als nieuwe kokkin van 't Arnicahuis, aan u voorstellen. Ik heet juffrouw Gröniger en kom uit Neede (Achterhoek) en hoop ook een steentje bij te dragen aan het welzijn van de Arnica.' M. Gröniger.
En nog een leuk verhaal over de startperiode van Arnica: DE START VAN DE ARNICA!! 'Het begon op 1 februari 1969, mijn nieuwe loopbaan. Ik kwam 's ochtends vroeg binnen en moest helemaal naar boven klimmen op zolder. De werklui, timmerlui enz. waren beneden nog bezig en dus is de keuken nog niet klaar. Ik moest boven op een elektrisch fornuis koken, maar we hadden de pannen er nog niet voor. Dus gaf juffrouw van Mossevelde een pannetje, juffrouw Henny had er ook eentje en ergens vandaan kwam nog een braadpan. Juffrouw van Mossevelde was er, juffrouw Mayk, juffrouw Henny, juffrouw Tony, juffrouw Wil en juffrouw Riet. 't Was allemaal behelpen. Ik moest met alle leveranciers kennis maken, de melkboer kwam aan huis. We moesten altijd naar hem uitkijken, want de bel deed het nog niet. 's Morgens als ik binnenkwam, dan zaten allen of op de grond, of op een kist, een tafel was een grote doos. Dan zaten ze in het half duister hun thee te drinken en brood te eten, want het was nog winter. Voor de werklui moesten we telkens koffie maken en op en af gaan om hun te bedienen. Dat was ook wat, ze konden heel veel koffie op. Je werd er mager van, van het op en af lopen. Een keer heeft één van de juffrouws de hele koffieketel die op de grond stond, laten vallen en oh, oh, de nieuwe vloerbedekking was vies. De aannemers kwamen vaak bij ons koffiedrinken boven en op kisten moesten ze zitten. Het was er heel gezellig. Daarna moesten de juffrouwen waar alles klaar was, schoonmaken en lakens die ze voor jullie (kinderen) moesten naaien. De machines ratelden de hele dag. Ze maakten van alles en nog wat. Na een paar maanden kon ik in mijn nieuwe keuken afdalen. Wat was ik er trots op!!! Ik heb er altijd prettig gewerkt een heel wat lekkers gemaakt voor allen en 't is jammer dat ik moest ophouden met koken, maar 't werd me te zwaar en ik moest aan mijn gezondheid denken. Ik hoop dat het een mooie keuken blijft, dan blijven onze herinneringen met liefde eraan terugdenken. Ik zal Arnica nooit vergeten, want we begonnen met veel liefde voor jullie.' Dag, mevrouw Franken.
Meer leuke wetenswaardigheden
Een jongere van de kampeergroep schrijft in één van de Arnica krantjes: 'In opperbeste stemming belandden we op Camping "'t Zonnetje". Het regende pijpenstelen ...! Maar dat mocht de pret niet drukken.'
De kinderen van het Arnica-huis kregen in 1973 een Koninklijke brief. Hierin werden de kinderen bedankt voor hun bijzonder aardige tekening die ze gemaakt hadden ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum. Foto 20 Plaatje van de briefIn 1978 kregen de 21 kinderen een eigen rolstoelbus waar 5 rolstoelen in kunnen. Voor de kinderen betekende dit een makkelijker contact met de wereld buiten het Arnica-huis.
Rond 1990 werd er een brandweeroefening gehouden. Dit was voor de jongeren een spectaculaire ervaring. Samen met de brandweerman van de noodbrandtrap naar beneden glijden, riep voor de meeste kinderen heel veel spanning op. Na de oefening mochten de jongeren in de hoogwerker of in de brandweerwagen kijken.
Epiloog
Door de komst van het onderwijs van jongeren met een meervoudige handicap veranderde de doelgroep van het Arnica-huis. Opmerkelijk was dat na al die jaren de doelstelling niet wezenlijk veranderde. Het huis beoogde nog steeds een zo optimaal mogelijke huisvesting en begeleiding van jongeren met een meervoudige lichamelijke handicap. Het doel bleef het bereiken van een voor de jongere meest haalbare vorm van praktische en sociale zelfredzaamheid en het meedoen aan het maatschappelijke leven. De intentie van begeleiding is wel degelijk veranderd. Lag in de begin jaren de nadruk vooral op de verzorging, tegenwoordig wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de jongeren, maar ook van eigen verantwoordelijkheid. Van betekenis zijn en naar vermogen zinvol bezig zijn de doelen. Om dit te bereiken bood de organisatie ondersteuning. In feite is het 'zorgen voor' steeds meer verandert in 'zorgen dat'. Afspraken werden vastgelegd in een individueel ondersteuningsplan.
In alle gevallen werd wonen in huize Arnica gefinancierd op basis van een A.W.B.Z. indicatie.
Gesloopt
Voordat de villa's in 2013 zijn gesloopt is er nog het veertig jarig bestaan van de Stichting gevierd. Bakker Borggreve schonk een enorm slagroomtaart. Een ballonnenwedstrijd, een frietmaaltijd en een discoavond completeerden de festiviteiten voor de bewoners en hun groepsleiding. De jongeren zijn in 2009 verhuisd naar 'Het Dorp' en wilden daar blijven.
Momenteel wonen er in het nieuwe pand 48 mensen met autisme. De officiële opening van het moderne appartementencomplex en trainingshuis was in oktober 2015. De bewoners worden bijgestaan door professionals van zorggroep Siza en studenten van de HAN. Het autisme expertisecentrum, zoals het genoemd wordt, voldoet aan een behoefte. (De Gelderlander 23 febr. 2016)