Jacobs
De heer Jacobs werd geboren in 1921 als zoon van een huisschilder in een Velpse familie van bouwers, architecten en schilders. In 1929 kocht de vader van de heer Jacobs het dubbele woonhuis in de Koningstraat, de nummers 1 en 3, en sindsdien is het pand in het bezit van de familie.
In 1948 heeft de firma H. Jacobs & Zn. een vergunning aangevraagd voor het bouwen van een schilderswerkplaats achter het huis.
Na acht jaar verkering trouwden Co en Ali Jacobs-Hagelen en in 1954 gingen ze inwonen bij zijn ouders.
Van schilder tot restaurateur
De heer J. (Co) Jacobs ging naar de ambachtsschool waar hij zijn schildersopleiding afrondde en na avondstudie in 1943 het diploma ‘vakbekwaamheid in het schildersbedrijf’ behaalde. Zijn tekenleraar legde de basis voor zijn kunstenaarschap. Het lag voor de hand dat hij bij zijn vader in het bedrijf zou komen, maar zijn interesse lag meer bij het ‘artistieke’ schilderen, daarom nam hij tekenlessen. Na de oorlog ging hij gedurende acht jaar vier avonden per week naar de avondopleiding op het ‘Genootschap Kunstoefening’, de latere kunstacademie in Arnhem. Hier leerde hij technieken, die hij later nog veel zou beoefenen. Overdag werkte hij bij zijn vader in de zaak.
De eerste opdracht na de oorlog was de Oude Jan. Architect Heineman heeft hem hiervoor gevraagd. Nog tijdens zijn opleiding heeft hij daar de oude muurschildering uit 1780 met de tien geboden ontdekt en gerestaureerd. Om deze goed uit te laten komen is in 1993 zelfs het orgel verplaatst naar een plek achter in de kerk. Op verzoek van Co Jacobs is toen op de rechter onderzijde van de bestaande tekst de nieuw-testamentische samenvatting van de Tien Geboden uit het boek Mattheus 22, vers 27-40 aan de bestaande tekst toegevoegd.
Zie foto, ter beschikking gesteld door de Oudheidkundige Kring Rheden Rozendaal.
De opdracht betekende het begin van zijn carrière als restauratieschilder. Hij durfde zich nu als zelfstandig schilder/restaurateur te vestigen en deed het schildersbedrijf van de hand. Door verschillende kerken, bijvoorbeeld in Westervoort, Doesburg en Doetinchem werd hij gevraagd. Ook aan de restauratie van kasteel Drakensteyn in Lage Vuursche, jarenlang de plek waar Beatrix, Claus en hun kinderen woonden, droeg hij zijn steentje bij. Na deze omvangrijke restauratie betrok prinses Beatrix in 1963 het kasteel totdat zij haar moeder opvolgde. Hierna stroomden de opdrachten binnen. Hij werkte ondermeer voor de Rijksdienst van de Monumentenzorg. In 1970 heeft de heer Jacobs de theekoepel van het kasteel Rosendael in Rozendaal gerestaureerd.
Carrière
Bijzonder was zijn veelzijdigheid. Het restaureren van oude- muur en gewelfschilderingen, het schilderen van orgels. Veel restauratiewerkzaamheden bestonden uit hout- en marmerimitatie. Dit is het namaken van bijvoorbeeld preekstoelen, de omlijsting van schoorstenen, beelden en schilderijen. Ook vergulde hij voorwerpen. Dit is het bedekken van voorwerpen met een dunne laag goud, bijvoorbeeld op meubels, weerhaantjes op torens en lofwerk. Lofwerk zijn bladervormige versieringen aan houten meubelen. Alles wat hij onder handen kreeg werd in oude glorie hersteld. Hij kreeg veel waardering voor zijn werk, werd bekend in heel Nederland en kreeg veel opdrachten.
Tijdens zijn werkzaamheden ontdekte hij regelmatig onder kalklagen waardevolle muurschilderingen en restaureerde hij deze. Zijn laatste werkzaamheden verrichte hij op het Paleis ’t Loo in Apeldoorn. Ook in zijn vrije tijd maakte hij mooie schilderijen en kunstwerken van marmer in zijn werkplaats achter het huis. Deze panelen zijn in 2001 in het gemeentehuis van Rheden tentoongesteld geweest. Hij heeft de eer gekregen vermeld te worden in het ‘Biografisch Woordenboek Gelderland’, dit is een serie boeken waarin de biografieën van mannen en vrouwen beschreven zijn, die iets betekend hebben voor de Gelderse geschiedenis.
Mevrouw Jacobs werkte regelmatig met haar man samen. Ook zij toverde, onder een kalklaag verborgen muurschilderingen, tevoorschijn. Ze hielp vooral mee met het vergulden van voorwerpen, mits de voorwerpen mee naar huis genomen konden worden. Het meest bijzondere wat mevrouw Jacobs heeft verguld zijn de stoelen van, toen nog, prinses Beatrix. De zestien stoelen moesten binnen een week behandeld worden. Meneer Jacobs had gezegd dat het wel lukte, mits hij steeds een aantal stoelen mee naar huis mocht nemen. In de werkplaats achter het huis heeft mevrouw A. Jacobs ze toen verguld. Als dank kregen ze een kerstboom.
De heer Jacobs was maatschappelijk betrokken. Hij was zestien jaar bij de vrijwillige brandweer en zevenentwintig jaar penningmeester van de schilderspatroonsvereniging ‘Velp en Omstreken’ een club van kleine zelfstandigen uit Velp. Meer hierover kunt u lezen bij schilder Miggelenbrink. Voor de Velpse Grote Kerk deed hij veel pro deo. De heer Jacobs vergulde ook het bevrijdingsmonumentje in de Egmondstraat in Velp.
Mevrouw Jacobs was actief bij de Hervormde Kerk en ze maakte, als eerste vrouw, deel uit van het bestuur van de Stichting Vrienden van de Oude Jan (1994). Zoon Ko is actief geweest in het bestuur van de Oude Jan.
In 1984 ging meneer Jacobs met pensioen en in 2004 is hij overleden. Mevrouw Jacobs woont nog in de Koningstraat.(2014)
In het boek 'Onze Oude Jan midden in de samenleving', uitgegeven in 2014, staat een hoofdstuk waarin mevrouw Jacobs vertelt over haar herinneringen.