In de 20e eeuw is er in de wijk Daalhuizen heel veel nijverheid geweest. Vooral in het oosten van de wijk Daalhuizen hadden vele mensen hun bedrijf of winkel. Hier kon je terecht voor melk, daar kocht je snoep, even verderop kon je naar de kapper en de bakker kwam aan de deur. Zo ging dat in die tijd. Misschien hadden ze niet veel klanten, het dorp was lang niet zo dicht bevolkt als tegenwoordig, maar ze hadden wel goede klanten. Toch moesten ze vaak keihard werken om het hoofd boven water te houden. Vanaf 1900 werden er veel huizen gebouwd en werd de klandizie beter. Bijvoorbeeld de wijk rond de Van Pallandtstraat, hier werden in de jaren ’20 veel middenstandswoningen gebouwd. Dat ging in die tijd niet zo snel als tegenwoordig. Ook de bouwvakkers kochten weleens wat in de winkeltjes.
In tegenstelling tot de middenstanders aan de Hoofdstraat die veelal boven hun woning woonden, woonden de kleine zelfstandigen in onze wijk vaak aan de achterkant van hun nering. Voor de winkel offerde men wat woongenot op, er moest immers brood op de plank komen. Vooral aan de Bergweg, Koningstraat, Enkweg en de Wilhelminastraat zaten in de 20e eeuw veel middenstanders. Voor de dagelijkse boodschappen hoefden de mensen hun wijk niet uit. In de Koningstraat bijvoorbeeld maakten de hoge smalle ramen met de originele ‘latjes’ luiken soms plaats voor grotere winkelruiten. Denk maar aan de etalage van fietsenwinkel Beumer. Veel zelfstandigen hadden helemaal geen winkel, maar wel een werkplaats of een ‘achterom’. Met de openingstijden namen ze het niet zo nauw als tegenwoordig. De kleine winkeliers deden hun best hun klanten tevreden houden.
Kortom Daalhuizen was een echte middenstandswijk. De enige overgebleven middenstander is bakker Meeuwissen op de hoek van de Enkweg en Koningstraat. Uiteindelijk konden veel kleine zelfstandigen, vaak familiebedrijfjes, niet concurreren met de grote (supermarkt)ketens met hun enorme aanbod. Vooral in de jaren zestig van de 20e eeuw ging het fout. Eén voor één verdwenen de winkeltjes en kleine zelfstandigen om plaats te maken voor een heel andere periode. Over deze verdwenen kleine zelfstandigen viel nog veel te achterhalen. In de volgende hoofdstukken wordt een impressie van een stukje ‘vergane glorie’ van de 20e eeuw beschreven en in beeld gebracht.
Op het plaatje zijn de locaties aangeduid waar nijverheid heeft plaatsgevonden.
Blauw= pensions | Rood= winkeltjes | Zwart=nijverheid | Groen= kwekerijen, tuinmannen | Lichtblauw= cultuur | K=kerk | S=school