Bewoning 1938 - 1954

In 1938 laat Jan Willem Boeseken de villa afbreken en op dezelfde fundamenten een nieuw huis bouwen. Het programma voor de architect W.A.N. van der Ven luidde een ruime zonnige villa te bouwen voor een familie die lange tijd in Nederlands Indië vertoefd had. In een artikel in “Het Landhuis op de hoogte” van februari 1941 wordt het volgende gemeld:
Het zeer fraaie uitzicht naar het zuiden en westen brachten de architect tot het maken van enorme glasoppervlakken, welke des zomers en zelfs reeds in het vóór- en najaar gedeeltelijk opengeschoven kunnen worden. In deze glaswanden werd een volière voor tropische vogeltjes ondergebracht, welke vanuit de woonkamer, de hall en de eetkamer kan worden gezien. De glas-in-lood ramen in de hal, met afbeeldingen die de vier jaargetijden voorstellen, werden ontworpen en uitgevoerd door Henk Schilling, glazenier te Arnhem. De bestaande tuin met zijn volgroeide bomen werd omgelegd door de tuinarchitect Copijn te Groenekan.

 

Villa RozenhageEen gevelsteen met de tekst: “Eerste steen gelegd door Maurits Cornelis en Willem van Hall op 2 mrt. 1938 “, verwijst naar de kinderen van Jan Charles van Hall, directeur van de NHM bank te Velp, en zaakwaarnemer en schoonzoon van de heer en mevrouw Boeseken. Jan van Hall was getrouwd met dochter Jeane Boeseken, en zij woonden aan de Biesdelselaan.  
Op 23 juli 1939 overlijdt Jan Willem Boeseken. Zijn weduwe Gerritje Kleian blijft op Rozenhage wonen.

De andere dochter Gerharda (1907) was getrouwd met Cornelis Eliza Graswinckel, glazenier en kunstschilder; zij woonden in Wapenveld. Twee van hun zonen, Piet (1938) en Willem (1939) waren recent op bezoek bij de huidige bewoners en haalden herinneringen op:

In de oorlog wordt het huis gevorderd door de bezetters, en gaat oma Boeseken naar haar dochter aan de Biesdelselaan. Het huis werd gebruikt door een Duitse generaal. Bij de bevrijdingsacties kwam het huis onder vuur te liggen van de Canadezen aan de andere kant van de zandbedding van de aan te leggen A12, hoewel de Duitsers inmiddels al weg waren en de kelder als schuilplaats voor omwonenden werd gebruikt. Veel ruiten werden vernield en er ging een granaat door het dak. Na de bevrijding werd het huis door de Canadezen gebruikt, maar mevr. Boeseken ging toch weer terug naar haar huis. Later kwamen er ook nog gezinnen inwonen vanwege de woningnood direct na de oorlog.
Als kinderen kwamen Piet en Willem bij oma logeren, en werd er in de tuin gespeeld. Ook in de aanliggende parktuin met vijver van v.d.Brandeler werd door hen gebruikt, waar ze konden zwemmen, schaatsen en spelen op de tennisbaan. Het uitzicht op de prachtige parktuin werd door vader Graswinckel vastgelegd op een schilderij.
Mevr. Boeseken ging met de bus naar Arnhem, en gaf de buschauffeur vijf cent fooi! De chauffeurs stopten dan zodanig dat zij als eerste kon instappen. In 1953 verhuisde zij naar de “Parkflat”, waar zij vanwege de veelheid aan meubelen die ze bezat, twee flats naast elkaar had.

Bewoning 1953 - 1980

Volgens een acte van levering van 1 mei 1953 verleden bij notaris Scheurleer te Velp, wordt de villa Rozenhage, Laarweg 2g voor fl 67.000,- verkocht aan Ir. A. J. Engel, directeur van AKU. Ir. Antonie Jacobus Engel was geboren in 1896. Hij studeerde werktuigbouwkunde in Delft en ging daarna werken bij de Staatsmijnen en later bij de AKU waar hij van 1948 tot 1954 directeur was. Van 1954 tot 1962 was hij president directeur van AKU. Naast zijn werk waarvoor hij veel op reis was, waren zijn hobby’s onder meer fotografie en de tuin, ook was hij actief bij de Rotary en op sociaal gebied. Hij is overleden in 1975.

Mevr. Petronella Cornelia Engel – Goudswaard was een gemoedelijk vrouw die veel in huis organiseerde, zoals diners voor relaties en vrienden. Ze was goed voor het personeel. Ze hield van winkelen, wat ze deed met stijl, ze wist wat ze wilde. In 1978 verhuisde ze naar de Ringallee, hoek Rozendaalselaan.

Villa tuinzijde

Rond de villa wordt het een en ander veranderd: de hellingbaan naar het terras aan de tuinzijde verdween, er komt een scherm rond het tuinterras in verband met de gevoelige ogen van mevrouw voor de wind en bij de herenkamer wordt het terras bij de kamer getrokken door het kozijn te verplaatsen.
In 1955 wordt het noordelijk deel van het perceel, hoek Arnhemsestraatweg / Rozenhagelaan (nu huisnr.2) verkocht aan Ir. Arie van Halewijn.

De jongste zoon Han Engel haalt samen met zijn echtgenote Ada tijdens een recent bezoek aan, en weerzien met de villa, herinneringen op:
Hun huwelijksfeest in 1959 werd gevierd in de tuin van de villa Rozenhage. Vanuit de villa was er een prachtig uitzicht op de natuurtuin. Behalve vele soorten zangvogels waaronder de appelvink had een ijsvogel zijn nest(hol) aan de rand van de vijver. In de tuin waren ook twee pauwen die soms jongen hadden, die als ze groot genoeg waren, naar Burgers Dierenpark gebracht werden. Er is ook een wielewaal gespot. In huis hield de familie een waakhond die ook een grote kennel in de tuin had. In de hal herkenden zij de originele Palembangse tempellamp, het bellenbord dat er vroeger hing was echter verdwenen.
Er waren altijd 2 dienstmeisjes in huis. Verder was er een tuinman, die altijd precies op tijd koffie wilde drinken, en een naaister die in de linnenkamer werkte, en nog indianenpakken voor de jongens heeft gemaakt. Een butler en een kookster kwamen voor de diners voor gasten in huis. De groenten uit de tuin werden ingemaakt, en de wekflessen stonden in de kelder. Bij een inbraak werden een keer alle wekflessen vernield (en Han mocht de troep opruimen).

Na het vertrek van de weduwe Engel in 1978 is de villa te koop gezet. Door de slechte markt in die periode en de verslechterde conditie van het huis heeft het twee jaar geduurd totdat de familie Dekker de nieuwe eigenaar werd