Situatie in 1878

Kadastrale kaart uit 1878Een stuk bouwland tussen de weg van Arnhem naar Velp en de staatsspoorweg, ten westen van de weg naar Het Laar (nu Rozenhagelaan) van 5,65 ha, beter bekend als “het Bergstuk” behoort toe aan de erven van Adolph baron van Pallandt van Keppel (overleden 28 januari 1874) en Henriette baronesse Torck van Rosendaal (overleden 30 november 1877). Volgens een acte van 22 augustus 1878 verleden bij notaris J.N. van der Boon te Doesburg is dit bouwland in 6 percelen verdeeld en zal ter veiling worden verkocht. De verdeling is te zien op een tekening van de situatie, zoals die aan de acte is toegevoegd [GA]

Bij deze veiling zijn de percelen met kadasternummer D4010 van 72,7 are en nummer D4011 van 163,9 are, verkocht aan Anna van der Paauw, weduwe van Cornelis Heineken, voor een bedrag van fl.14.657,60. Deze twee percelen vormen de basis van het te stichten landgoed Rozenhagen. De familie Heineken (van de bierbrouwerij) heeft veel bezittingen aan de noordkant van de weg, zoals villa Claerhout en de Breeden Enk. Zo wordt in de volksmond de Berg en Heideweg de “Heinekenweg” genoemd.

Het bouwland bevat ook delen van de vroegere akker “den Slangenkamp” , waar een zonnige helling met spreng een domein vormde voor ringslangen.[H.Kerkkamp, “Verloren Luister; verdwenen landgoederen, 1969]
In de overdrachtsacte is een erfdienstbaarheid opgenomen om de afvoer van het sprengenwater naar het landgoed Larensteijn te waarborgen. Volgens een acte van 1 november 1878 verleden bij notaris M.H.Schröder te Velp. [GA: blok 0168 inv.4635]

Familie Duijvené de Wit

De hiervoor genoemde Anna Geertruida van der Paauw overlijdt in Velp op 30 oktober 1881, 77 jaar oud. Uit het kadastrale archief van eigendom (dienstjaar 1882) blijkt dat de percelen D4010 en D4011 in eigendom komen van haar dochter Anna Geertruida Cornelia Heineken. Zij is op 30 september 1875 in Rheden gehuwd met Jacobus Johannes Duijvené de Wit. 
Deze Jacobus Johannes Duijvené de Wit werd op 13 april 1836 in Beemster (De Rijp) geboren als zoon van Michiel de Wit en Guillemine Gijsbertha Duijvené.
Hij trouwt (eerste huwelijk) op 22 augustus 1866 in Soestdijk met Wilhelmina Hermina Anna van Steijn. Er worden in Beemster drie kinderen geboren: Johanna Maria op 11 oktober 1867, Jacobus Johannes op 28 september 1870 en Willem Jan op 19 juni 1872. Wilhelmina van Steijn is op 9 september 1873 overleden op 30 jarige leeftijd in Velp, en begraven in het familigraf van Duijvené de Wit op de begraafplaats in Rozendaal. 
Hij vestigt zich op 9 februari 1874 in de gemeente Rheden, en gaat met drie kinderen wonen in de villa Nederhagen bij Biljoen in Velp. Hij trouwt daar op 30 september 1875 met de bovengenoemde Anna Geertruida Cornelia Heineken (geboren in Amsterdam, 7 october 1845).
Zij verhuizen in 1884 naar Rozenhagen.

De gefortuneerde Jacobus Johannes liet plannen ontwikkelen voor een groots hotel met park aan de oostkant van Velp , ten zuiden van de Ossendaalse laan, als onderdeel van de landgoederen van Biljoen en Beekhuizen, waar ook Nederhagen toe behoorde. Maar de droom wordt geen werkelijkheid.
Hij is een van de vier initiatiefnemers van de “grootsch opgezette inrichting van de Vogel- en Plantentuin” in Arnhem, ter plaatse van het huidige Regina Pacis aan de Velperweg. Deze tuin werd op 5 mei 1883 geopend, waarbij hij aanwezig was. Zelf fokte hij rozekammige en enkelkammige hoenders met goud- en zilverpeltekening. [B.Mombarg, Houden van kippen, Uitg. van Gorcum, 2001]
Hij is voorzitter van de afdeling Velp e.o. en hoofdbestuurslid van de Maatschappij voor tuinbouw en plantkunde.
In het Patriciaat 18 (1928/29) staat Jacobus Johannes Duijvené de Wit (1836-1911) vermeld als "oeconoom". Hij is ook Officier in de Orde van de Eikenkroon.