Jacobs

De heer Jacobs sr. was huisschilder. Zijn zoon de heer Jacobs jr. werd een bekend restaurateur. In 1929 kocht vader Jacobs het dubbele woonhuis in de Koningstraat, de nummers 1 en 3, sindsdien is het pand in het bezit van de familie Jacobs.

Miggelenbrink

Schildersbedrijf Miggelenbrink zat aan de Bergweg 76 tegenover de SPAR. De heer Miggelenbrink was schilderspatroon, net als zijn vader. Patroon betekent dat je eigen baas bent.

Vader en zoon

De advertentie komt uit het adresboek der gemeente Rheden en Rozendaal uit 1950.

Advertentie Miggelenbrink

De voorletters van vader waren D.J. en van zoon Dick D.H. Vader en zoon hebben jarenlang samen het bedrijf gerund. Zoon Dick, geboren in 1928, hielp al vroeg mee in het bedrijf. Vanaf zijn vijftiende mocht hij in loondienst meehelpen, hij combineerde dit met de ambachtschool. Schilder De Waard van de Daalhuizerweg heeft een aantal jaren bij Miggelenbrink gewerkt.
In de zomer werd er zo veel mogelijk buiten geschilderd en in de winter natuurlijk binnen. In de werkplaats werden, als het slecht weer was, de blinden en de luiken geschilderd. De kleuren werden aangepast aan het huis, de binnenkanten kregen een andere kleur dan de ringen. Dit was een zeer arbeidsintensief werkje. Achter de werkplaats aan de Bergweg bevond zich nog een ladderloods. De bouwaanvraag hiervoor dateert uit 1946. Behalve de ladders stond hier ook de handkar.
Vader en zoon bepaalden samen de prijs van de opdrachten, als ze veel verschilden, werd er overlegd. Je had 'aangenomen werk', met een offerte, dan kreeg je binnen koffie en werd er over het weer, voetbal of over politiek gesproken en kon je weleens wat langer blijven zitten. En je had 'daggeld werk' (per uur), dat betekende dat je de koffie kreeg ‘onder aan de ladder’, anders kostte het de klant teveel geld. Ondanks dat ze hard moesten werken, maakten ze ook grappige voorvallen mee. Meneer Miggelenbrink vertelde dat hij zich op een goede keer rot geschrokken was omdat er een vrouw poedelnaakt op bed lag, hij wist niet hoe gauw hij weer van de ladder af moest komen. Je moet bedenken: ‘Ik was nog maar een broekie’, verduidelijkt hij.

Ze hadden altijd genoeg werk, veel klanten op Rozendaal, maar ook in Velp, Arnhem, De Steeg en zelfs in Dieren. Op Rozendaal was maar één schilder, toen die stierf kregen vader en zoon al het gemeentewerk van Rozendaal erbij. Het gemeentehuis, de kerk en de twee scholen. Het gezin Miggelenbrink werd beschouwd als zijnde Rozendalers, omdat ze daar naar de kerk gingen en de kinderen er naar school gingen. In Velp was veel concurrentie van schilders, dus kwam het goed uit, om zo betrokken bij Rozendaal te zijn.

Meneer Miggelenbrink kon zich nog goed herinneren, dat hij achter de handkar helemaal naar Dieren moest lopen, een tocht van minstens twee uur, en helemaal naar Schaarsbergen, bovenaan de Bakenberseweg, dat was een hele klim. ‘Ik heb die handkar vervloekt’, vertelde de heer Miggelenbrink. Vader en zoon Miggelenbrink hebben in 1986 het vijftig jarig bestaan van de zaak gevierd met een groot feest. De heer (jr.) en zijn vrouw (Marietje) Miggelenbrink-van Manen kregen drie kinderen, Dicky († 1995), Leny en Anja, maar zij zagen er geen ‘muziek’ in het bedrijf voort te zetten.

Hoewel hij zelf geen instrument bespeelde, speelde 'de muziek' een grote rol in zijn leven. Omdat familieleden actief lid waren van de Drum- en Showfanfare Mr. H.M. van de Zandt zette hij zich bijvoorbeeld belangeloos in om het verenigingsgebouw te onderhouden. Hierbij kwamen zijn schilders kwaliteiten goed van pas.De heer Miggelenbrink krijgt een lintjeVan burgemeester Koek kreeg hij op 21 augustus 1993 een zilveren lintje in de Orde van Oranje Nassau. Deze onderscheiding wordt alleen uitgedeeld aan mensen, die zich bijzonder verdienstelijk maakten voor de samenleving. Hier was Dick Miggelenbrink een voorbeeld van. Behalve zijn werk voor de muziek, was hij ook bij de vrijwillige politie, bovendien heeft hij eens een kind uit de vijver van Rozendaal gered.
Meneer Miggelenbrink is op 4 januari 2011 overleden. Na zijn overlijden moest de familie zijn lintje teruggeven aan de gemeente.
Met dank aan dochter Anja Terhorst- Miggelenbrink.

 Huis aan de Bergweg
Bergweg 76De familie Miggenlenbrink had een lange tijd het huis op Bergweg nummer 76 in hun bezit. Het huis werd gebouwd door Baron Van Pallandt. In 1906 werd het verkocht aan de heer Arendsen en twee jaar later werd het weer teruggekocht door Baron Van Pallandt. In 1914 verkocht hij het aan een oom en tante van moeder Miggelenbrink en in 1937 kocht vader Miggelenbrink het pand. In 1969 kocht zoon Dick het huis.
De foto is gemaakt door de heer G.W. Berends, begin zeventiger jaren. De heer De Waard stelde de foto ter beschikking. Het huis van de familie Miggelenbrink is te zien links vooraan op de foto.
Zoon Dick Miggelenbrink verkocht het huis in 1993 aan hovenier Wernke. Hierna heeft het geen bedrijfsfunctie meer gehad.

Vroeger ging je via een tuinhekje aan de Bergweg over het paadje langs het huis naar de voordeur in de Van Pallandtstraat. De huidige bewoners hebben een adreswijziging aangevraagd bij de gemeente, het is in 2010 Van Pallandtstraat nummer 19 geworden.

 De onderstaande foto en tekst zijn ter beschikking gesteld door de heer Miggelenbrink. Hij heeft het gekregen van een bevriend schilder. Links vooraan staat vader Miggelenbrink. De man met de hoed is de heer Jacobs senior. Het staat ook in het boekje ‘Kent u ze nog … De Velpenaren’ van H. Kerkkamp. .

 

Schilderspatroonvereniging

De tekst bij de foto:

’31. Na de werknemers begonnen in het verleden ook de werkgevers zich te organiseren, gedachtig aan de leuze: “L’union fait la force: eendracht maakt macht.” Zo kende Velp onder meer een schilderspatroonvereniging. Men zou er over kunnen filosoferen – we schrijven dit stukje toevalligerwijze op 1 mei – welke van beide belangengroepen als hamer – symbool van de uitoefening van kracht – en welke als aambeeld – dat de klappen krijgt – fungeerde. Zeker is dat andere groepen het gevoel hadden zich tussen beide te bevinden. Verschillende oude ambachten zijn verdwenen of aan het uitsterven. Klompenmakerijen en kuiperijen bestaan ter plaatse al lang niet meer. Een ouderwetse smederij is moeilijk meer te vinden. Warme bakkers waren er twintig jaar geleden zesentwintig; nu nog zes. Ook kleermakers worden schaars. Maar een behoorlijk aantal schilders vindt nog volop arbeid, al is de techniek er wil op uit, het verfwerk aan gebouwen drastisch te verminderen. Zakenlieden in midden- en kleinbedrijf hebben het moeilijk. Met tekende uitzonderingen als bijvoorbeeld antiquairs, juweliers, snackbarbazen. We leven in veranderde tijden. Hoe men zich ook opstelt, tegenstribbelend of meeijverend, de mens verandert mee. Ten goede? Op de foto poseren De schilderspatroons in vóóroorlogse jaren (rond 1937) op een reisje langs de Rijn voor een gedenkteken te Rϋdesheim.

 

*Behalve een schilderspatroonvereniging bestond er ook een bloemist- en hoveniersvereniging, een timmerlieden- en metselaarspatroonvereniging en een vereniging van brandstoffen handelaren. Ze lieten zich allemaal zien in de Jubileumoptocht Velp Voor Oranje op 24 juli 1954.

Zweers

T. Zweers had zijn schildersbedrijf op Berweg nummer 2, en woonde in hetzelfde pand als groenteboer Riggeling die op nummer 4 zijn winkel had. Achter het lage gedeelte stond een oude schuur Schilderswerkplaats Zweerswaar Zweers zijn spullen in had. In nov. 1946 is er door T. Zweers een bouwvergunning aangevraagd voor het veranderen van inritdeuren van de schilderswerkplaats. De kosten bedroegen 200 gulden. (Gelders Archief  2508 176 173)

Advertentie Zweers

De advertentie komt uit het Adresboek der Gemeenten Rheden en Rozendaal van 1950. Er staat: ‘Huis- en Decoratieschilder op alle gebied. Moderne spuitinrichting (grote service)’

Meneer Zweers was na de oorlog de beheerder van de Eerste Velpse Glasverzekering (de O.G.V. Onderlinge Glas Verzekering). Ondernemers die aangesloten waren bij de katholieke winkeliersvereniging Hanze konden hun etalage ruiten verzekeren voor ƒ5,25 per jaar. Er waren verschillende winkeliersverenigingen in die tijd: de Koninklijke, de katholieke en de christelijke. Het schildersbedrijf werd later door zoon Jan overgenomen.

Het lage gedeelte van het pand was vroeger een vrijstaande boerderij en dateert uit 1850. Pas later in 1905 heeft een dierenarts het hoge gedeelte eraan laten bouwen.

In 1991 kochten de heer en mevrouw Steenbruggen het pand. Het was in erbarmelijke staat. De heer en mevrouw Zweers hebben er samen met een zus van mevrouw Zweers er nog een tijdje gewoond, toen het huis al verkocht was. De zus van mevrouw Zweers leefde er in een ruimte van vijf bij vijf meter zonder stromend water. Bijna niet voor te stellen en dat in 1991. Later ging ze naar het Lorentzhuis en genoot van de ongekende luxe. Omdat meneer Zweers met twee vrouwen in huis woonde, werd hij ‘Teun met de twee wieven’ genoemd. Want wie van de twee was nu zijn vrouw?