Veenendaal
Na het overlijden van Hendrika en Gerrit Veenendaal (sleper) woonden vanaf 1939 de twee zonen en broers op de Enkweg nummer 9 en 11. Willem op 9 en Gert op 11. Samen hadden zij een brandstoffen/kolenhandel.
Ze kregen veel opdrachten van familie De Roo. W.R.C. de Roo was de eigenaar van landgoed Daalhuizen. Hij moet een goede klant geweest zijn, want voor zowel de boiler, het fornuis als de haarden waren kolen nodig. Alleen de zolder werd met olie gestookt. Ook de bewoners van kasteel Rozendaal waren klant.
Willem was gehuwd met Magdalena Arends (of Arendsen). Zij kregen twee kinderen, Hendrika (kleine Heintje) en Marinus (Rinus). Gert trouwde met Theodora Snellenburg. Zij kregen een meisje, Dini.
Een wijkbewoonster herinnert zich: 'De vrouw van de kolenboer rookte altijd shag van Van Nelle en hield van praten'. Gert.Veenendaal bracht kolen rond, maar je kon er ook terecht voor andere brandstoffen. In het adresboek der gemeenten Rheden en Rozendaal van 1950 stond: ‘Het aangewezen adres voor prima brandstoffen’.
De advertentie komt uit de Velpsche Courant van 1940. De tekst luidt: ‘Uit voorraad leverbaar: Beuken, eiken, berken en dennen Kachelblokken’. Gebr. Veenendaal.
Achter het huis had hij een schuur waar de kolen opgeslagen lagen. Hij had verschillende kolen: Antraciet (nootjes 4), dit waren kleine kolen en iets duurder, briketten en eierkolen (ovale), maar deze ‘lag nooit zo lang’.
Een wijkbewoonster vertelt: ‘Als je de duurdere kooltjes nam was de kachel de volgende morgen nog een beetje warm en hoefde je niet helemaal overnieuw te beginnen, je porde dan de kolen een beetje op. De kolen werden bij de mensen thuis in het kolenhok gedaan. Een kolenhok was een gemetselde ruimte, open van boven, met aan de onderkant een gat om de kolen eruit te scheppen. Met een kit bracht je dan de kolen naar de kachel’.
Achterlangs het huis van de gebroeders Veenendaal, richting de Bergweg liep een paadje, wat het Veenendaals paadje genoemd werd.
Als er wagons met kolen per trein op het station in Velp waren aangekomen, moest de zoon van meneer van Lith als kind ‘kennis van aankomst’ briefjes rondbrengen, onder andere bij Veenendaal. Als de klanten kolen kochten moest hij later de rekeningen brengen en de kwitanties innen. Meneer van Lith had vroeger een ‘personeelsuitleenbedrijf’, het leek op een bedrijf wat je nu een uitzendbureau zou noemen.
Na de Tweede Wereldoorlog zakte de kolenhandel van de gebroeders gaandeweg in door de overgang naar aardgas.
De Koning
Aan de Hertogstraat op nummer 21 was gevestigd brandstoffenhandel A.J. De Koning. De advertentie is gevonden in een jubieumboekje van Floralia uit 1931.